Pst. Ik schrijf een boek. Voor wie het nog niet wist, want dankzij Twitter en mijn moeder weet eigenlijk iedereen het al, maar het is dus echt waar: ik schrijf een boek. Mijn debuutroman komt uit bij L.J.Veen en verschijnt eind dit jaar, hoop ik. Zodat je het op je lijstje kunt zetten voor Sint of Kerst, dacht ik, dat leek me wel mooi. Je weet nu de titel nog niet, maar noteer maar alvast ‘de nieuwe van Verheij’.
‘Waar gaat het boek dan over?’ vragen mijn collega’s, vraagt iedereen.
‘Over een jonge vrouw’, zeg ik dan. Het antwoord is onnoemelijk vaag, maar ik praat er gewoon niet graag over. Ik schrijf liever, snap je.
Mijn collega’s zijn daarmee niet tevreden. ‘Het gaat toch niet over een jonge vrouw die werkt op een afdeling van een groot roc in de havenstad R.?’ Ze vrezen een sleutelroman.
‘Nee’, probeer ik uit te leggen. ‘Ben je gek. Tuurlijk niet. Het gaat over een jongere vrouw, 18 ofzo. En het speelt tien jaar geleden.’
‘Oh, dus het gaat wel over jou, maar dan tien jaar geleden.’
‘Nee. Ja. Een beetje.’
Lieve mensen, u gaat het allemaal lezen, maar ik praat er niet graag over. Natuurlijk wel als het af is. Mijn collega’s hebben beloofd dat ze meegaan als klapvee bij al mijn toekomstige tv- en radio-optredens. (Ze zullen er nog pijn in hun handjes van krijgen.) Het is duidelijk dat zij veel te goed voor mij zijn om ooit in een roman te verschijnen.
Michelle van Dijk, 13 februari 2011