Het was werkelijk, werkelijk mooi weer vandaag, maar ik stapte de trein en het station uit met een verschrikkelijk somber gevoel. De laatste zin die ik gelezen had, was: ‘Ik heb Sarah een groot onrecht aangedaan toen ik met haar trouwde. Dat weet ik nu.’
Het is The end of the affair van Graham Greene en het verhaal heeft zo’n verschrikkelijk, verschrikkelijk sombere, trieste toon dat ik de hele dag een zware deken van onbehagen over me had hangen. Een vrouw heeft een affaire met een schrijver. Hij vertelt hoe de affaire eindigt na het bombardement op Londen in 1944. Zij vertelt hoe ze tijdens dat bombardement tot God bad: ‘Ik zal hem voor altijd opgeven, maar laat hem leven.’ De schrijver leeft en zij verlaat hem. Je kunt niet dobbelen met God. (‘Als hij zich omdraait en mij ziet, zei ik tegen God, ga ik naar binnen, maar hij draaide zich niet om.’) De rest van haar miserabele leven probeert zij God te vinden, of juist niet, of ze weet het niet, wat God en liefde met elkaar te maken hebben. De rest van zijn miserabele leven probeert hij haar te begrijpen.
Het is een boek om nog een keer en nog een keer te lezen. Eerst nog een keer om de personages te begrijpen. Dan nog een keer om te begrijpen waarom Sarah niet toegeeft aan de liefde, of aan God. En misschien nog een keer voor het personage van de schrijver in het boek, die exact vijfhonderd woorden per dag schrijft, die niet toe wil geven aan commerciële en makkelijke literatuur, die af en toe mooie opmerkingen over het schrijven dropt, zoals deze, voor mij zeer herkenbare:
Bij het schrijven hangt zoveel af van de oppervlakkigheid van je leven. Terwijl je in beslag wordt genomen door boodschappen doen, belastingbiljetten invullen en gesprekken voeren met deze en gene, blijft de stroom van het onderbewuste ongehinderd voortvloeien, lost problemen op, effent de weg voor later: je gaat moedeloos en niet in staat iets te bedenken achter je bureau zitten, en plotseling komen de woorden als het ware uit de lucht vallen: de situaties die hopeloos schenen vastgelopen maken zich los: het werk is verricht terwijl je sliep of boodschappen deed of met vrienden praatte.
Michelle van Dijk, 8 maart 2011