Op gele post-its op mijn koelkast hangen quotes uit de beste boeken die ik ooit las. Eentje is van William Faulkner: It takes two people to make you, and one people to die. That’s how the world is going to end.
Ik las het boek net uit: As I Lay Dying. Faulkner schreef het in 1929, in zes weken. In het nawoord staat:
“Before I began I said, I am going to write a book by which, at a pinch, I can stand or fall if I never touch ink again.” He wrote As I Lay Dying at the University of Mississippi power plant, where he was employed as a fireman and night watchman, mostly in the early morning, after everybody had gone to bed and power needs had diminished.
Iedere schrijver wil zo’n boek schrijven. Briljant. Een plot waar je van begin af aan over twijfelt: dit kan de schrijver nooit geloofwaardig maken. Een man wil zijn vrouw begraven in de omgeving waar zij vandaan komt en heeft er alles voor over om dat voor elkaar te krijgen. Een gestoord gezin en een stinkend lijk, maar Faulkner maakt het geloofwaardig: het verhaal wordt steeds vreemder, maar steeds spannender. De personages worden steeds gekker, maar ook steeds echter. De stijl, de thema’s, de wisseling in perspectief; alles klopt.
Ik wil een baan in een energiecentrale. Ik schrijf toch al als iedereen slaapt.