‘Geen van de hier vertelde of getoonde gebeurtenissen is vooraf in een scenario vastgelegd.’
Dat zinnetje heb ik verzonnen. En ook de sticker: ‘non-scripted’, rood met witte hoofdletters. Meisjes plakken de sticker op hun borsten of billen. Jongens plakken er soms hun ogen mee af als ik ze film tijdens hun seksavontuurtjes in discotheken.
Ik ben alleen de cameraman, ik verzin geen verhalen om meer kijkers te trekken. Ik vraag me niet eens af wat mensen willen zien, ik hoef niets te scripten, het gaat vanzelf. Je gaat met een camera naar een feestje en meisjes trekken hun topje uit. Zo is het begonnen.
Mijn vader kocht mijn eerste Handycam. Het was een van de eerste dure cadeaus toen mijn ouders gingen scheiden. Ze hadden geen geld, maar ze staken zich liever in schulden dan dat ze mij ongelukkig zouden zien. Smartenzakgeld, noem ik dat. Alle kinderen van gescheiden ouders krijgen het. Ik was toen vijftien, zestien en begon net met stappen, meestal met wat jongens uit m’n klas. Regelmatig waren er klassenfeestjes bij Colin thuis, wiens moeder een vereenzaamde soostrekker was die de kratten bier voor ons naar binnen sjouwde om te laten zien hoe hip, vrij en ruimdenkend ze was. Smartenbier.
Er kwamen ook meisjes, het werd wat serieuzer, ik begon te filmen. Als er een stelletje ergens op een bank wat lag te rommelen, filmde ik door tot een van hen het zag en mij een middelvinger gaf. Toen onze feestjes zich verplaatsten naar discotheken, bleek dit nog veel beter te werken: vreemden gaven me geen middelvinger, maar sprongen juist in beeld. Wie wil er niet gezien worden, daar draait het toch uiteindelijk om?
Al gauw was ik ‘die jongen met die camera’ en het gaf me een reputatie die op niets gebaseerd was – alsof ik zelf een pornoboy was, maar ik deed nooit iets met de meisjes die zo camerageil voor mijn schermpje dansten, hun borsten flashten, mij meelokten om stiekeme blowjobs onder de bar te filmen, ik volgde alleen wat er gebeurde. Soms maakte ik een montage van de beelden, verkocht die aan dubieuze websites of aan de clubs zelf en ineens was het mijn werk en ging ik de grootste feestjes in Engeland af om daar te filmen.
Om eerlijk te zijn, ik hou niet van die grote feestjes. Die drukte. De camera is wel een soort bodyguard, mensen nemen afstand om niet of juist beter in beeld te komen. Maar ik heb een soort claustrofobie, onder mensen, hoe noem je dat? Ik heb zoiets een keer meegemaakt, dat mensen geplet werden. Met mijn vader was ik bij de stadionramp in Hillsborough, in 1989. Echt eng. Nou ja, ik hoef er niet voor naar een psychiater. Ik heb de dood gezien, maar ook het leven. Ik heb de wildste seks en de gekste taferelen gezien, recht voor mijn camera.
Ik zei het al, je hebt geen script nodig, je noemt iets een ‘Food Fight-party’ en ineens heb je de best bekeken Youtube-clip in jaren omdat één meisje het oké vindt om sinaasappels op haar siliconen borsten uit te persen. Sommige mensen vinden het niet ethisch of die shit, maar die meisjes vragen om de aandacht, daar leven ze voor, na één zo’n hit komen ze op nog honderden feestjes, ja oké, soms klagen ze ons aan, dan krijgen ze wat smartengeld. Ik mis die paar duizend euro niet. Het maakt mij niet uit, mensen hebben lol en daar verdien ik aan, ik voel er niets voor om, heel journalistiek verantwoord, het leed in de wereld te filmen. Alsof dat ethisch verantwoord is, daar je geld mee verdienen.
Oh ja, laatst was er een jongen die zijn filmpje offline wilde hebben. Hij was gefilmd tijdens het zoenen met een supermooie vrouw, Roos heet ze, ik ken haar half half, ze is Jamaicaans. Echt supermooi is ze. Hij wilde haar daar ter plekke opvreten, ik zweer het je, maar achteraf bedacht hij dat hij niet gezien wilde worden met een gekleurde vrouw. Ik heb hem laten creperen. Eerst stuurde hij me een mailtje met een wat vriendelijk, neutraal bericht. Ik had gelijk door wat erachter zat. Toen heb ik ervoor gezorgd dat de beelden overal online verschenen, ik verkocht ze zelfs als promotiemateriaal voor de club. Natuurlijk voelde hij zich toen genoodzaakt, zo zei hij het zelf ja, genoodzaakt om naar de rechter te gaan. Goed zo, doe maar. Eén telefoontje naar de riooljournalisten en zijn zaak stond in alle kranten. Ik liet een vriend van me zo’n krantenbericht linken op Facebook en binnen een dag ging de zaak viral. Iedereen plaatste dezelfde videostill waarop hij haar billen vastheeft – billen die je het geloof in God de Schepper teruggeven. De foto is niet ordinair, we zien een mooie vrouw die wat onschuldig zoent met een ordinaire wanker met een ‘non-scripted’ balkje voor zijn ogen. ‘Racistische player wil ontkennen dat DIT ooit gebeurde’, stond er bij de foto. Hij vroeg erom.
Op feestjes film ik de massa. Ze dansen, ze flirten, ze lachen en praten of halen stunts uit. Ik doe niet mee. Ik zal nooit degene zijn die in het openbaar z’n broek laat zakken en drie dagen later de grootste Youtube-hit ooit is, om na 24 uur weer vergeten te zijn. Ik wil de meisjes ook niet die op mijn camera afkomen. Natuurlijk vind ik ze soms geil, maar ik registreer alleen, ik ben geen first person shooter.
Opeens danste er een meisje voor mijn camera, gisteren. Ze danste alleen en ze danste voor mij. Ik keek door de lens, ze lokte me. Ze had een rood, kort jurkje en er hingen geen lichaamsdelen uit. Voor mij is dat een plus. Ze had stijl, maar ze was ook verdomde sexy. Ik volgde haar de massa in, ze bewoog haar hand alsof ze me naar zich toetrok, ik kon alleen maar volgen. Ze danste, ze draaide, ik keek naar haar billen, ze verdween weer tussen de mensen. Ik liet mijn camera zakken en zocht haar. Ik moest haar spreken. Of niet. Het hele spel zou ten einde zijn. Maar waar was ze? Ik zag haar niet meer.
Ik bleef een paar minuten rondkijken, maar begon toen weer andere mensen te filmen, midden op de dansvloer, maar toen ging net een sirene, dat betekent dat het weer eens tijd is voor gekkigheid, meestal rondborstige dames die shotjes uitdelen, of het barpersoneel klimt op de bar en gaat strippen, ik weet het niet, ik moet eerlijk zeggen dat die clubs ook weinig origineel zijn in hun scripts. Ik zocht haar nog steeds, maar mensen wilden ineens allemaal van de dansvloer naar de bar, of andersom, ik weet het niet, er werd geduwd en getrokken.
‘Rennen!’ gilde een hysterisch wijf naar haar vriendinnen. ‘Ik wil er DRIE!’ Ik wist niet waar ze het over had, maar zag wel dat er daadwerkelijk mensen begonnen waren aan een run naar de bar. Ik werd ook in die richting geduwd. Andere mensen moesten er blijkbaar niets van weten, dus zij gingen juist weg van de bar. Ik werd misselijk. Ik had het erg warm. Misschien moest ik gaan filmen, daar zou ik wel rustig van worden. Zolang je filmt, ben je alleen toeschouwer. Er kan niets gebeuren.
Ik dacht aan Hillsborough, ik had eens een middag lang op websites over dit soort rampen gelezen waarbij mensen elkaar platdrukken – alleen maar omdat ze allemaal op hetzelfde moment hetzelfde willen. Een van de oudste en treurigste voorbeelden daarvan was een kinderfeest in Victoria Hall in 1883, waar bijna tweehonderd kinderen werden doodgedrukt nadat was aangekondigd dat alle kinderen een cadeautje bij de uitgang konden ophalen.
Ik hoorde het om me heen: ‘TEQUILA! TEQUILA!’ Och god, het was het tequila-kwartiertje. Een shot voor een kledingstuk. Halfnaakte vrouwen brulden het uit van plezier. Binnen een half uur zou ik ze kotsend op de gang bij de wc vinden. Maar dan hadden we het allemaal wel leuk gehad.
Ze trok aan mijn schouder. Ik draaide me half om. Ze pakte m’n hand en trok me langs wat mensen mee. De dansvloer was leeg, er stonden wat mannen aan de zijkant naar de tequilachickies te kijken. Zij had haar jurk nog aan. Het was een mooie jurk. Ze wees naar m’n camera: ‘Wat film je?’ Ik haalde m’n schouders op. Blijkbaar kende ze me nog niet, de jongen met de camera. Wat moest ik nu antwoorden?
‘Ik film mensen voordat ze spijt krijgen van wat ze doen. Ik film plezier,’ zei ik. Ja, dacht ik, dat is wat ik doe, ik film de lol om zo goed te maken dat we ons slecht voelen: smartenfilms. Ik wist niet waar ik mijn camera moest laten toen ze dichterbij kwam. Ik wilde het ding weg en ik liet hem vallen. Ze keek er niet van op.
Het was niet gescript en niemand heeft het gefilmd. Ze trok me naar zich toe en we dansten zoals jonge tieners dansen; als een omhelzing op ronddraaiende voetjes.