God van de Zee

Ik heb geen zwemdiploma’s. Ik werd drie kilometer van de zee geboren en mijn moeder liet me spartelen tot ik kon zwemmen. Daar is niets mis mee, zo leert iedereen het hier. Zo leert ook iedereen dat het wel eens misgaat. Mannen verdwijnen op zee. Vrouwen verdwijnen in zee. Zo leven wij, zo sterven wij – maar ik hou van het water. Je kunt jezelf erin verbergen, je alles. Soms zwem ik als ik naar de meisjes wil kijken, ik zwem er toevallig in de buurt of ik hang in ondiep water, ze zien niks, ik doe ze niks, we raken elkaar niet aan, maar ze maken me godgloeiende geil. Soms zwem ik als ik moet huilen. Lang huilde ik om mijn moeder, lang huilde ik om Iris, maar niemand zag het en op een dag wist ik zelf niet meer of mijn gezicht nat en zout was van tranen of van de zee en toen was het verdriet over.

Het is een drukke dag op het strand. Een meisje trekt routineus haar bikinibroekje uit haar bilspleet. Haar vriendin rolt een handdoek uit.
‘Hier?’
‘Ok.’
Ze gaan voor mijn uitzicht zitten, maar dat is niet erg. Ik kijk liever naar meisjesbillen dan naar de zee. Mijn vader was een man van de zee, zei mijn moeder altijd. Ik weet nog steeds niet of ze daarmee misschien bedoelde dat hij een man van de vrouwen was, dat hij in ieder stadje een ander schatje had. Ik stelde me hem voor als een soort Neptunus, God van de Zee. Of als de vader van de kleine zeemeermin in de Disney-film. Later bedacht ik dat hij kapitein van een soort Loveboat  moest zijn; hij reisde de hele wereld rond in een wit pak en stond met een verrekijker nonchalant in de stuurhut te wachten op nieuwe schatjes. Waarschijnlijk was hij matroos.

Ik ben een man van de vrouwen. Ik kan er dagen mee doorbrengen. Alleen kijken, soms. Een beetje flirten, soms. Eindeloos pornosurfen, ook. Ik had dus een vriendin, Iris, maar we zijn pas nog als vrienden uit elkaar gegaan. Dat snap ik nog niet helemaal. We zijn wel vrienden, maar ik ben geen vriendin van je. Ja, natuurlijk snap ik het wel. Wat valt er niet aan te snappen als iemand naar je schreeuwt: ‘Als je me ooit nog met één vinger aanraakt, breek ik je arm!’ Daar is geen woord Spaans aan, zou mijn moeder zeggen. Maar waarom een arm? Waarom niet twee armen, twee benen, m’n rug, m’n nek? Als je iets doet, doe het dan goed, dacht ik, dus als ik haar zou aanraken, dan zou ik haar zachtjes strelen, hand-arm-schouder, nek, ik zou haar nek en schouders zachtjes masseren, ik zou de lijn volgen van haar rug, haar verdomd mooie rug, de zandloper die me meer tijd had moeten geven, zie je, dan was ik al bij haar billen geweest, die zou ik strelen, knijpen, kussen, tussen haar billen door, ik zou haar overal aanraken tot ze godverdomme gillend klaarkwam en mijn nek zou breken.

De twee dames liggen en kijken naar zee. Ik zie voeten en billen. Ik houd ook alles links en rechts van me in de gaten, want het zou toch opvallen als ik de hele tijd maar keek naar die schaduwplekjes tussen hun benen en billen waar ik het liefst bij allebei tegelijk per ongeluk uit zou schieten met de zonnebrandolie.
Rechts van me speelt een stel kutkinderen een potje frisbee. Ik heb niets tegen kinderen, maar wel tegen de onaangepaste soort, die blije kinderen, die het fatsoen niet in hun lijf geslagen hebben gekregen. Een jongen in een blauwgroene Hawai-zwembroek, de grootste, roept steeds ‘wiehoo’ als hij de frisbee vangt of gooit. De frisbee is al twee keer voor mijn voeten geland. Nee, ik neem de moeite niet om ‘m terug te gooien, al dan niet tegen die blije kop aan. Ik neem zelfs de moeite niet om ‘m verder weg te gooien. Ik laat dat pleurisding wel liggen. Dan komt dat joch door het zand aanrennen, hij remt niet eens af, maar duikt zó op de frisbee, zand op mijn handdoek, jongen, wegwezen nu of ik zal je wat.

De Hawai-broek rent langs de kustlijn. Twee kleinere vriendjes volgen hem met frisbee. Die vliegt een paar keer heen en weer tot hij in het water belandt.

De vrouwen hebben zich omgedraaid, dat kan ik wel waarderen. Er blijkt nu een duidelijk verschil te zijn tussen de twee. De één heeft een roze bikini en plastic tieten, de ander, in het zwart, heeft een gezicht waar je beter een frisbee over kunt leggen.

De Hawai-broek wil de frisbee terug en gaat richting de golven. Je kunt vandaag niet zwemmen, de golven zijn te sterk, ze likken aan je tenen, raken dan zacht je enkels aan en trekken je ruw aan je schouders omver. Het zijn de golven die niet alleen je tranen, maar alles doen verdwijnen. Ik moet het hem vertellen, dus ik sta op en passeer de meisjes.

Hij valt om. Ik zie een arm zwaaien in zee. Ik roep de jongen, ik roep ‘hey’, en ‘alles ok?’ maar het klerejong komt niet terug. Een potige man komt naast me staan.
‘Dit is levensgevaarlijk,’ zeg ik, ‘is er een lifeguard?’
‘We gaan samen,’ zegt hij. Dan brult hij naar het strand: ‘HELP!’ en hij rent naar de plek waar soms een broek, soms een hoofd te zien is. Ik ren mee. Het ziet er vast potsierlijk uit. Twee buiken op pootjes waggelen naar de branding, maar al snel volgen meer mensen.
‘De stroming is te sterk, je kunt er niet in!’ roept een vrouw.
‘Met z’n allen!’ brult een man ver achter me en hij brengt z’n hele familie mee. Een sportieve jongeling, zo’n surfgast, zwemt in wilde bewegingen al naar de jongen toe, maar hij krijgt hem niet te pakken. De jongen draait steeds weer weg, speelbal van de golven, van de stroming, de stroming is een vrouw en ze is een bitch. Ik kijk achter me en zie dat iedereen in een rij is gaan staan. Een dikke vrouw van nog geen veertig pakt mijn hand vast.
‘Kom op, pak de volgende, we redden ‘m.’ Ik vraag me niet af of het zal werken, deze menselijke ketting. Ik doe wat zij zegt en pak de potige man bij zijn hand. Hij stapt verder het water in, naar de surfer die vergeefs de golven induikt en hij pakt ook hem vast. De golven slaan ons om de oren, zoals ze altijd doen, je had toch beter moeten weten, zegt de Zee, je had toch beter moeten weten, als je me met één vinger aanraakt, dan breek ik je, je had toch beter moeten weten, de zee is een vrouw, ze krijgt wat ze wil. Maar niet vandaag.
Meer mensen sluiten zich aan op onze ketting en voor ik het weet ben ik gesandwicht door de vrouwtjes Frisbeehoofd en Cupcaketieten. Deze twee vrouwen zijn hysterisch, zoiets spannends hebben ze nog nooit meegemaakt. Ik ook niet, trouwens. ‘Er is geen zwakke schakel! Er is geen zwakke schakel!’ roepen de meisjes in gezusterlijke blijheid. Ook andere schakels in de ketting worden stevig op hun plek gehouden door andere strandgangers. Frisbeehoofd heeft mijn arm en die van mijn buurvrouw vast, Cupcake beschermt de schakel met mijn potige buurman. Ik voel hun gelnagels in mijn armen duwen en soms schuurt mijn onderarm per ongeluk langs een borst. Zoiets kan gebeuren als je een leven redt.

De voorste surfdude graait nog twee keer mis, maar trekt de jongen dan aan één been naar zich toe. Al die tijd hing de reddende held met één arm aan de potige man, de rots in de branding, die nu de jongen in Hawai-broek in zijn armen krijgt. Ik geloof niet dat ze familie zijn, maar hij tilt de jongen als een baby op schouderhoogte en slaat hem eens flink op zijn rug. De jongen hoest en hangt aan de man, de surfer komt weer op adem en langzaam rolt de ketting weer terug naar het strand. De mensen juichen, de meisjes gillen. Het vasteland voelt vaster dan ooit als de jongen in zijn Hawai-broek daar wordt neergezet. Ik trek me terug. Het is mooi geweest.

‘We hebben ‘m, we hebben ‘m,’ roepen ze in koor.
‘We hebben ‘m, we hebben ‘m,’ roepen ze in koor.
Ik plof in het zand neer. Ik kijk naar de mensen en zij kijken niet naar mij.
Daar gaat hij omhoog, op de schouders van zijn redders getild als een trofee, als de glimmende beker van het WK Voetbal, de zon schitterend op zijn glanzend natte lichaam en iedereen wil in de triomf delen, iedereen wil hem aanraken, de jongen van de zee.
Ik haal een sandwich uit mijn tas. Het zand knarst tussen mijn tanden.


Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.