Neem de elastische band in je handen en houd die horizontaal op borsthoogte. Rek de band uit zo ver je kunt. Drie tellen vasthouden, dan weer loslaten. Herhaal.
Ze deed de oefeningen in haar kantoortje. Haar handen roken naar rubber.
Dit was de goedkoopste diagnose die de bedrijfsarts had kunnen bedenken. ‘Je hebt RSI,’ zei hij na een gesprek van nog geen tien minuten.
‘Ik doe even een paar oefeningen voor. Je moet elke twee uur een rondje lopen. En je toetsenbord gebruiken.’ RSI, dus je bent niet overspannen, niet depressief, je bent ook niet gek, gestoord of schizofreen, zelfs niet een zwaar chagrijnig, hypochondrisch en ongesteld zeikwijf en als je dat allemaal wel was: daar hebben we geen geld voor, dus jij kunt nog prima hele dagen werken.
Mens sana in corpore sano. Ze deed drie push-ups en liet zich op de vloer vallen. De vloer was vies en ze had nu het perspectief van een kantoorpornocameraman. Als ze weer achter haar bureau ging zitten, kon de camera registreren hoe ze zichzelf vingerde, of hoe zij door de eerste de beste kantoorklootzak met het stuk rubber aan haar stoel vastgebonden en naar de zevende hemel gebeft werd, of hoe ze een liefdevolle romance zou beginnen met een jongen van de vierde verdieping, die geheime post-its voor haar onder het bureau zou plakken, die ze beantwoordde met gecodeerde mails tot ze zich op een dag onder haar bureau verstopte om te wachten op een nieuwe post-it, waarop ze hem aan zijn post-it-hand onder tafel trok en een eerste kus gaf. Maar zulke porno verkoopt niet.
Ze ging weer achter haar computer zitten en opende het lesmateriaal voor de training Veilig werken met vorkheftrucks. In deze categorie waren altijd nog wel wat spelfouten te vinden. Zo had haar werk nog enige waarde. Van communicatietrainingen kreeg ze een existentiële crisis: ze vond er alleen maar dubbele spaties.
‘Niet scrollen met de muis,’ had de bedrijfsarts gezegd, ‘gebruik het pijltje naar beneden.’ Het was werkelijk een heel goedkoop advies tegen het dode gewicht dat haar elke ochtend in bed hield: gebruik je toetsenbord. Voor alles wat je gedaan wilt krijgen, is een Control-functie.
Vooruit dan, dacht ze. Control Andere Baan. Control Ander Leven. Control Liefde en Seks. Control Delete je Geschiedenis, je Contactpersonen, alles uit het verleden. Ze zou haar moeder deleten, de dag na haar geboorte, want ze was het leven nog niet zat, maar haar moeder wel.
Peter stak zijn hoofd om de deur. Elke dag hetzelfde pak, alleen de das varieerde.
‘Goeiemorgen, hoe was je weekend?’
‘Goed.’
‘Goed? Mooi. Ja, ik hoef het allemaal niet echt te weten hè.’
Ze werkte hier nu anderhalf jaar en ze wist nog steeds niet of haar manager de vleesgeworden kantoorhumor was, een autistische hork of gewoon, een manager.
‘Dus. Oh ja. Kom je om twee uur ook naar Van Rijn?’
‘Vanmiddag? Wat is er dan?’
‘Ja. Ja. Ja. Bad news speech. De crisis hè. Ja. Tot later hè!’
Peter was alweer weg. Ze rook aan haar vingers. Het rubber van de rekband rook als een goedkope vibrator. Ze keek weer naar haar scherm. Terug naar je d’s en je t’s, je houvast in dit leven, je studie, je werk, je geld – het is belangrijk, ‘als jij gelooft dat je belangrijk werk doet, dan is het ook belangrijk,’ dat zei haar vader altijd, maar haar huisarts had gezegd, toen ze de ene na de andere tissue nat huilde tijdens een pitstop in zijn inloopspreekuur, ‘het is maar broodwinning’, zoals seks ook maar seks is, wat makkelijk te zeggen is als je ook wel eens seks hebt, zoals slapen maar slapen is en eten stront in een eerder stadium.
In de zaal stonden de rijen in een halve cirkel opgesteld, ‘als in een regenboog,’ zou haar blije moeder zeggen. Van Rijn, de directeur, was klein en dik en onverstaanbaar. Iedereen staarde naar de beamer die de woorden ‘Welkom bij Van Rijn Trainingen’ projecteerde terwijl er eigenlijk had moeten staan: ‘Vaarwel’. Hij begon zijn speech in de onverstaanbare zinnen die hij altijd uitsprak, met ondertiteling van de beamer. Zo gaat dat in moderne tijden, dacht ze. Je hoeft helemaal geen vlotte babbel te hebben, alleen een knaapje dat de volgende dia doet verschijnen, met één muisklik. Herstel: pijltje naar beneden.
Welkom bij Van Rijn Trainingen. Crisis. Ontslagen, dubbele punt: alle tijdelijke medewerkers. Geen gedwongen ontslagen uitroepteken.
Hij brabbelde door. Als een ijsbreker schoof hij traag maar zeker door de bevroren kantoorklerkenzee heen. Eén volzin was wel goed te verstaan: ‘De tijdelijke contracten kunnen we namelijk zonder juridische gewetenswroeging gebruiken om onze formatieve problemen op te lossen.’ Wauw. Die was voor in haar notitieboekje.
Iemand vroeg waar hij nu werk moest vinden. ‘Word zzp’er!’ riep Van Rijn uit met zijn armpjes in de lucht. In zijn vroege jaren werd hij wel eens ‘de goeroe’ genoemd. Zijn enthousiasme was aanstekelijk, hoewel nogal ongepast, en zijn woorden waren inderdaad cryptisch, want onverstaanbaar. Ze staarde weer naar de beamer. De instellingen waren niet goed, het beeld was aan de onderkant smaller dan aan de bovenkant.
Control H, vervang. Vervang eindredacteur door muzikant, psychiater of trouwfotograaf. Dat zijn toch blije beroepen? Of paaldanseres: wie veel beweegt, is gelukkig. Mens sana in corpore sano. Control H, vervang ‘vrijgezel’ in ‘heeft een relatie’. Control H, vervang m’n moeder, het mens met haar föhn en haar televisie en haar roze pantoffels en haar whisky, door iemand met een hart, of iemand met verstand. Een van beide is toereikend.
Ze belde haar moeder.
‘Ik heb geen baan meer.’
‘Oh en nu?’
‘Ik ga solliciteren.’
Stilte.
‘Of ik word freelance journalist.’
‘Dat lijkt me geen goed idee.’
‘Hoezo?’
‘Gewoon.’
‘Mam, ik ga hangen.’
Wat te doen: huilen, masturberen of solliciteren. Zeg het maar.
Ze solliciteerde wat. Ze werkte wat. Ze deed maar wat. Elke dag kwam ze later op haar werk, maar ze was niet de enige en niemand deed er moeilijk over. Nog twee maanden te gaan, dan liep haar contract af. De bedrijfsarts belde haar voor een afspraak.
‘Nu?’
‘Kom maar langs als je tijd hebt.’
Een half uur later stapte ze de lift in op de derde verdieping. Op de vierde stapte Van Rijn in. In de training Leidinggeven zou ze wel een paragraaf kunnen schrijven: ‘Hiërarchie in kleine ruimtes’. Directeuren reizen altijd naar de bovenste verdieping. Directeuren zeggen nooit iets in de lift. Werknemers kunnen zich daar wat ongemakkelijk bij voelen. Directeuren mogen allemaal en één voor één een langzame, eenzame dood sterven. Control Z, ongedaan maken, ze zou die zin liever wijzigen in: sterf, motherfucker, sterf.
Ze speelde verveeld met het RSI-rubber in haar handen. Ze veronderstelde dat de bedrijfsarts wat nieuwe oefeningen voor haar had bedacht.
Ze kon er zelf ook één bedenken.
Kies een maatje voor deze oefening. Het gaat het makkelijkst met iemand die een stukje kleiner is. Leg de band in één keer om de nek en trek dan, zo hard je kunt, zo lang je kunt.
‘Ik zal het kort houden,’ zei de bedrijfsarts. ‘Ik vertrek per direct. Ze hebben me niet meer nodig. Helaas. Kan ik je nog ergens mee helpen?’
Ze haalde haar schouders op en keek naar haar roodgekleurde handen. Ze rook eraan. Rubber.
‘Ik wens je veel succes met alles.’
Terug nam ze de trap. Een gezond mens in een gezond lichaam, dacht ze.
In haar notitieboekje schreef ze de woorden die de bedrijfsarts had uitgesproken, toen ze de deur uitliep: ‘Het komt wel goed met jou.’