Vandaag tel ik terug.
4
In de Ierse pub bestelde ik een kop thee. Vanavond zou ik niet dronken worden. Met twee drankjes en een lik in m’n oor zou Martin me al mee naar huis krijgen, maar vandaag niet.
Hij kwam natuurlijk te laat binnen. Legde z’n hand op m’n schouder en zei lachend: ‘Ben ik te laat?’ Ik haalde m’n schouders op.
‘Drink je nou thee?’ vroeg hij. Hij keek me aan. Liet z’n hand zo’n beetje zogenaamd richtingloos over m’n rug afglijden naar joostmagwetenwaar. Zijn geilheid deed me niets. De thee werkte. Of misschien was het echt zo: alles wat ik ooit voor Martin voelde, had ik achtergelaten in een soa-kliniek.
‘Wil je nu geen biertje dan?’ vroeg hij nog. Hij had zich geschoren. Ik voelde aan z’n kin.
‘Nee. Nee, echt niet,’ zei ik. Dat was het einde.
3
Ik stond voor de draaideur van de soa-kliniek. Het kan niet erger zijn dan de tandarts. Of de orthodontist. Het kan niet erger zijn dan een leraar die de cijfers van de klas hardop voorleest. Of een jongen die je Valentijnsbrief kopieert en door de school hangt. Kom op Jacq, wie is er anno 2013 nou nog nooit van z’n leven in een soa-kliniek geweest? In het ergste geval heb je een diagnose chlamydia aan je kut hangen. Antibioticakuurtje en dan vergeten we deze hele affaire.
Dus naar binnen, nummertje trekken, wachten, vragenlijst. Het uitstrijkje moest je zelf maken, dus in het toilet om de hoek draaide ik een soort pottenlikker rond in m’n vagina. Neuroot als ik ben, draaide ik drie rondjes meer dan nodig was om zeker te weten dat ze genoeg hadden.
Ik stond al op de gang en trok m’n jas net weer aan toen de dokter mij nog even binnenriep. Slecht nieuws? Ze sloot de deur achter me. Ik bereidde me voor op het ergste.
‘Sorry, ik vergat te vragen naar anale seks.’
‘Hoe bedoelt u, daar hebben we het toch over gehad?’
‘Ja. U had anale seks gehad, toch?’
Ik knikte. Het kruisverhoor vond ik vervelender dan de pottenlikker. Ze had me gevraagd of ik het bed had gedeeld met homomannen en Afrikanen; met hoeren of gigolo’s. Ze vroeg ook wanneer ik voor het laatst seks had gehad en dat wist ik ineens niet meer. Vervolgens gaf ze me de preek over vrijheid en veiligheid. Dat je nooit dingen moest doen die je niet zelf wilde. Het is jouw lichaam, het zijn jouw geslachtsdelen.
‘Dan moet ik er een monster van hebben,’ zei ze. Ik stond daar met m’n jas aan.
‘Een anaal monster?’
‘Een uitstrijkje van de anus, ja.’ Ze stak een wattenstaafje naar voren. ‘Erin steken en een paar keer ronddraaien.’
Dát zijn nou typisch dingen die ik zelf niet wilde met mijn lichaam, mijn geslachtsdelen: een droog wattenstaafje in m’n anus ronddraaien. Opnieuw ging ik naar de wc. Ik trok broek en slip uit en zette één voet op de wc-pot, zoals ik ooit geleerd had bij tampons inbrengen, op twaalfjarige leeftijd, droog oefenen vóór de eerste menstruatie, met tips uit de Tina, wat een gekut, dacht ik. Waarschijnlijk zei ik het hardop. Er klopte iemand op de wc. Godverdomme, ik was nog maar net begonnen. Wat een gekut. Hij of zij klopte nog een keer.
‘Ik ben nog niet klaar!’ zei ik.
‘Ik moet naar de wc!’ riep een man.
‘Er is toch wel een andere,’ zei ik.
‘Nee!’ zei hij.
‘Ik ben nog even bezig,’ zei ik en dat was ik ook heus wel van plan, maar ik had de moed nog niet gevonden iets met het wattenstaafje te doen. Heb ik al verteld dat ik niet tegen watten kan? Watten maken zo’n licht krakend geluid. Daar krijg ik kippenvel van, alleen al het idee, bah. Ik heb het dus ook met wattenstaafjes. Zo’n droog, schurend geluidje tussen je vingers. Of in je kringspier dus. De man bleef kloppen op de deur.
‘Ja godverdomme laat me nou!’ riep ik. Ik duwde het wattenstaafje hard naar binnen. Kolerezooi. Krijg de schijtziekte. Of die had hij al. Ik voelde een paniekaanval opkomen. Trillende vingers. Een warm hoofd. Ineens wist ik niet meer hoe snel ik weg moest komen. Ik rukte het wattenstaafje eruit, trok m’n broek omhoog, gooide de deur open in het gezicht van de wanhopige man erachter, zwaaide het wattenstaafje een eind weg en rende naar buiten.
2
Ik zat op mijn werk met knikkers te spelen. Ik werk op een woongroep voor mensen met een verstandelijke beperking. Lale en ik hadden een knikkerbaan gebouwd en nu stortten we steeds opnieuw alle knikkers erdoorheen. Dat leidde dan tot ophopingen bij de bochten, waardoor de knikkers over elkaar en uit de baan rolden. Lale moest daar steeds weer om lachen, geen gegiechel, maar een bijna mechanisch ‘ha-ha-ha’. Ik lachte mechanisch met haar mee en probeerde ondertussen een nieuwe date met Martin te regelen via Whatsapp.
In de lunchpauze sprak ik Dian. ‘Ga je nou nog steeds met die eikel om?’ vroeg ze.
‘Ja. Nou ja. Het is alleen seks.’
‘Jaja. En heeft hij dan ook alleen met jou seks?’
‘Hoezo?’
‘Iedereen kent Martin. Martin is niet van de monogame kerk.’
‘Wie zegt dat ik dat wel ben?’
Ze keek me strak aan.
‘Oké, nou en, ik heb nu niemand anders, maar wat boeit het.’
‘Ik zou maar een soa-test doen als ik jou was.’
‘Hoezo? Joh, dat kan ik zelf wel bepalen hoor.’
‘Gebruikt hij een condoom? Nee hè? Doet hij nooit. Nou, wat denk je dan zelf?’
‘Ik vraag me af hoe jij zoveel van Martin weet.’
Ik ging weer naar de knikkerbaan. Martin trilde in m’n broekzak, hij kon volgende week pas weer. Ook goed. ‘Scheer je je baard af dan?’ sms’te ik hem. Het was een terugkerend grapje geworden. Ik sprak met hem af in de pub, waar we elkaar altijd zagen.
Lale had nu ontdekt dat de knikkerbaan nog veel erger overliep als ze haar vinger erin duwde. De knikkers rolden alle kanten op. Ik probeerde net op mijn telefoon te googlen hoe en waar je een soa-test kon laten doen. Wat een puinhoop, dacht ik, maar misschien zei ik het hardop, wat een puinhoop en Lale lachte: ha-ha-ha.
1
In de categorie ‘foute clubs’ staat De hut in de top 3. Ik was er binnengekomen met Kate, maar die was allang met iemand op of onder de bar gedoken. Nu stond ik te dansen tussen een paar hele jonge meisjes met te veel make-up op het smoeltje en een absolute meerderheid aan iets oudere jongemannen met te veel gel in hun haar. Eentje vond ik wel leuk, hij had wilde krullen en danste lekker; hij had ook een baard en een V-hals, daar hield ik niet zo van, maar na drie bier doen we nergens meer moeilijk over, laat staan na zes, dus nadat hij zeker drie nummers tegen me aan had staan schuren, zei ik: ‘Ik hou niet van baarden.’ Ik greep zijn kin vast.
‘Hoezo?’ zei hij met dubbele tong. Hij was net zo bezopen als ik.
‘Dan is het net alsof ik gebeft word door Sinterklaas,’ zei ik. Daar moest hij om lachen.
‘Ik bef je de hemel in,’ zei hij.
‘Goed zo,’ zei ik, ‘want ik neuk je naar de klote.’
We lachten en we dansten en we dronken nog wat, maar toen we buiten stonden, wist ik niet of ik wel meer wilde dan wat zoenen en schuren. Met die baard. Ja dat heb je soms. Hij fietste wel met me mee, want hij moest toch die kant op. Of dat dacht ik, want toen we voor mijn portiekdeur stonden, wilde hij mee naar binnen.
‘Ik weet het niet,’ zei ik, ik was ook gewoon te lam.
‘Wat? Ik ben helemaal met je meegefietst,’ zei hij.
‘Woon je niet hier in de buurt?’
‘Nee joh, helemaal niet. Godverkolerezooi.’
‘Oké, kom maar binnen. Je kan op de bank.’
We liepen het trappenhuis in en ik ging de trappen op naar de derde verdieping. Het duurde even voor ik de goede sleutel vond. Ondertussen was hij verdwenen. Hij kwam pas boven toen ik al binnen was.
‘Waar was je nou?’
‘Effe pissen.’
‘Wat? Waar?’
‘Daarzo.’ Hij wees de portiek in.
‘Ben je helemaal gek geworden? Klootzak. Je bent niet goed bij je hoofd. Pleur toch op joh smeerlap.’
‘Joh. Joh. Relax. Hé, ik slaap op de bank hè. Ok. Op de bank.’
Ik was te moe en we waren te dronken om ergens ruzie over te maken.
’s Ochtends werd ik even wakker. Ik hoorde een douche lopen. Ik wist niet meer wie of wat. Ik viel weer in slaap. Weer wat later werd ik wakker van gefriemel in mijn bed. Zo ging dat vroeger ook bij mijn opa en oma. Die hadden een hond, Keesie, die drukte ’s ochtends soms ineens z’n natte snuit zo tegen het eerste het beste stukje blote huid dat hij kon vinden.
‘Jongen…’ begon ik, want ik wist geen naam en ik had nog alcohol in mijn bloed en ik wilde protesteren maar toch ook niet. Ik had alleen een shirt en een slipje aan.
‘Sshh,’ zei hij. Zijn baard kriebelde langs mijn lies. Fuck, dacht ik, heb ik me wel geschoren? Ik tilde m’n hoofd even op en zag de strak getrokken Brazilian-kut die Mona vorige week voor me ingericht had. Oh Mona, als ik Mona toch niet had.
Maar ik moest dat echt niet, zo’n baard, lieve schat, ik heb mijn bikinilijn niet weggeharst zodat jij er je onderkinborstel mee kan oppoetsen, dus ik duwde hem weg.
Hij kwam naast me zitten. ‘Kom, drink eens wat,’ zei hij. Hij reikte een groot glas water aan.
‘Voel je je ok? Je bent toch niet misselijk ofzo?’
‘Nee joh.’
‘Ok. Ehm. Weet je.. ik dacht. We zijn misschien verkeerd begonnen. Oh shit. Ik vind je echt leuk, je hebt een heel mooi lijf en eh..’ Hij begon m’n haar te strelen. Ik dronk water en spoelde het morning-after-monster in mijn mond weg. Hij kuste me op m’n voorhoofd, op m’n wang, op m’n mond.
‘Hoe heet je eigenlijk?’ vroeg ik.
‘Martin,’ zei hij. ‘Jij?’ Hij trok mijn shirt omhoog.
‘Jacqueline.’
‘Jacqueline? Ik heb een tante die Jacqueline heet.’ Hij nam een tepel in zijn mond als een aardbei die hij met zijn tanden zou ontkronen.
Dat was het begin.