Als ik nu met Janna door de stad loop, de stad met de hoogste gebouwen van Nederland, zie ik alleen maar de mensen. Ik zie hoe de mensen naar haar kijken, ik zie hoe de mensen naar ons kijken. Ze willen haar, ja echt, dat zie ik wel, ze willen Janna veroveren, maar ik laat niet los wat ik heb, ik word al boos als ze zo kijken, ik laat het niet gebeuren. En Janna zegt dan: ‘Wat is er? Je lijkt zo opgefokt.’ En dan moet ik altijd lachen, want Nederlanders weten het zelf niet, maar opgefokt is een gek woord.