Ik voorspel de volgende trends voor deze zomer:
- Vanaf het moment dat ijssalon Venezia in maart de deuren opent, zul je ze dagelijks zien zitten op het terras: mannen, vrouwen, jong en oud, met een bakje ijs op tafel, een ijslepeltje in de ene, dat boek in hun andere hand: De ijsmakers van Ernest van der Kwast. Ze willen proeven wat ze lezen, want het boek maakt hongerig: naar ijs, naar een zomers terras, naar mooie vrouwen en Italiaanse jongens.
- Een lichte toename in het aantal bezoekers van Poetry International – in De ijsmakers heet het World Poetry Festival. Beleef de broeierige sfeer van het unieke zomerpoëziefestival en de wereldpoëzie zoals je die ook al proeft in het boek.
Bosjes vrouwen zullen vallen voor de romantiek van dit boek, waarin twee broers tegenover elkaar staan: de ijsmaker en de poëet; en het leven zoals je ouders dat voor je bedachten tegenover je eigen keuze. Maar ik dacht vooral aan de negentiende-eeuwse romantiek van Byron, Goethe, en ook Piet Paaltjens – de zelfspot.
De romantiek van het onmogelijke verlangen, verlangen naar een getrouwde vrouw, verlangen naar een kind: ‘We wonen op goud, maar we kunnen er niet bij.’
De duistere romantiek, de melancholie: ‘Er zijn dichters die afdalen naar de donkerste regionen van hun ziel en niet meer terugkomen, er zijn ook dichters die streven naar het licht, het ware geluk.’
En waar de negentiende-eeuwers op de vlucht gingen voor de werkelijkheid in toekomst of verleden, in de natuur, in uitgebreide beschrijvingen van landschappen en zonlicht, zo doet Van der Kwast dat in smaken ijs en door zijn Giovanni de wereld rond te laten reizen: in beschrijvingen van hotelkamers, in de woorden van andere dichters. Meer nog dan een neoromanticus is Van der Kwast een sensitivist, zoals Gorter. De sensaties van het ijs, de vrouwen, de poëzie en de liefde worden intens geproefd in deze roman.
Oh, en niet voor niets komt Byron ook nog eens voorbij…: ‘Byron verkocht tienduizend exemplaren van The Corsair op de dag dat het verscheen.’
Een bescheiden knipoog; zou De ijsmakers goede verkoopcijfers halen? Van der Kwast kwam deze week direct binnen in de Bestsellerlijst en bewijst wel dat een kunstenaar met zijn Sturm und Drang toch een aardig verdienmodel kan maken. Of valt het met die Sturm und Drang wel mee? Anno 2015 breekt een schrijver geen literaire wetten wanneer hij voor gevoel kiest. Maar een mens kan wel familiewetten breken door voor zijn roeping te kiezen, of zoals Ernest van der Kwast over zijn moeder vertelt in een interview met NRC: ‘Dat schrijven van mij, ze snapt het niet. Voor haar had ik advocaat of arts moeten worden.’
Het mooie is dat ik literaire thema’s zie waar een ander een feelgood-boek leest. Je kunt alles misschien zelfs té geromantiseerd vinden, maar ik ben dan ook een realist: de twee broers kijken door dezelfde bril naar de wereld, waarin alle vrouwen mooi zijn en alles poëzie is – en als een vrouw ongelukkig is, worden haar haren dof. Als ik dat drie keer gelezen heb, denk ik aan Andrélon. Clichés liggen op de loer. Het boek is als een film van Woody Allen: er gebeuren misschien dingen die ik niet geloof, we zien alles door een zonnig filter, en de meest absurde anekdotes vermaken ons terwijl het verhaal rustig voortkabbelt.
Maar hoe je dit boek ook leest, aan het eind hou je van Giovanni. Daarom voorspel ik als derde trend: een goed jaar voor De ijsmakers.