‘Hier had ik met mijn broertjes en zusjes toneelstukjes opgevoerd. Maar na het stuk dat ‘De hof van Gethsémané’ heette, kwam daar een eind aan. Mijn dikke broertje was Malchus. Ik had een gedroogde abrikoos tegen zijn rechteroor gedrukt, die er door mijn zusje met een houten zwaard afgeslagen moest worden. En dan kwam ik in een lang gewaad, plakte de abrikoos er weer aan en zei tegen mijn zusje dat ze haar zwaard in de schede moest steken. Toen mijn vader het hoorde verbood hij mij de kleintjes mee naar mijn kamertje te nemen omdat ik ze bedierf.’
Van 14 t/m 21 februari is het de week van het korte verhaal. Kort, korter, kortst. Elke dag schrijf ik of deel ik een kort verhaal.
Het fragment/verhaal hierboven is van Jan Wolkers. Een leerling las het deze week voor en moest zo lachen om de abrikoos dat hij niets meer kon zeggen.
Michelle van Dijk 