Zó werkt goed literatuuronderwijs

lezing op de Dag van het Literatuuronderwijs 2024

De fabels ontrafeld: zó werkt goed literatuuronderwijs

Er zijn een paar dingen waarover wij het allemaal eens zijn:

  1. We willen dat alle jonge mensen zich ontwikkelen in zeer brede zin, gróeien, en dat gebeurt nu te weinig.
  2. We willen dat jongeren lezen, en dat doen ze nu te weinig.
  3. We willen dat ze met plezier lezen, en dat hebben ze nu te weinig.
  4. En: wij geloven dat mensen in het onderwijs – dat zijn wij – een cruciale rol hebben in het stimuleren van het lezen.

Dus: hoe doen wij dat zo goed mogelijk? In discussies over dit onderwerp ontstaan vaak misverstanden waardoor we het zicht verliezen op wat wél werkt. Ik ga de fabels ontrafelen zodat je straks weet hoe je uitdagend literatuuronderwijs kunt bieden dat onwijs veel leesplezier oplevert.

Te beginnen met de moeder aller misverstanden: ‘ik lees niet meer door de verplichte leeslijst’. Er is geen verplichte leeslijst. De leerling moet een minimumaantal oorspronkelijk Nederlandstalige literaire werken lezen, maar er is geen verplichte lijst titels, geen canon, de leerling kiest. Er valt heel veel te kiezen en daar helpen we bij, natuurlijk. We geven advies, lezen soms klassikaal een boek of werken met lezenvoordelijst.nl – waar de leerling in bovenbouw havo/vwo nog steeds kan kiezen uit 369 boeken. Maar er is in Nederland geen verplichte lijst.

Er wordt ook vaak geroepen dat mensen stoppen met lezen dóór het verplichte lezen van literatuur an sich. Maar let op: jonge tieners stoppen met lezen, op de basisschool wordt het aantal leesminuten in de vrije tijd al minder. De resultaten op tekstbegrip gaan vanaf de eerste klas voortgezet onderwijs achteruit. Dan kan het dus niet de verplichting van de bovenbouw zijn die daarvoor zorgt.

Waardoor gaat het dan wel slecht met tekstbegrip? We zaten in 2012 nog boven het gemiddelde van de EU. Nu is een derde van de vijftienjarigen onvoldoende geletterd voor zelfredzaamheid. 2012 dus… Wanneer had jij je eerste smartphone? Wanneer verstoorden ze voor het eerst jouw les? We hebben het scherm laten winnen. In Nederland hebben baby’s nu gemiddeld al 1,5 uur schermtijd per dag – naast 25 minuten voorlezen. En kleuters 2 uur schermtijd – naast 18 minuten lezen – dat is 6 keer meer schermtijd dan boekentijd. Kleuters, die zijn dol op boeken! Het probleem gaat bovendien verder dan onze vrijetijdsbesteding. Het lerarentekort in het vak Nederlands is alleen maar groter geworden en dat geldt ook voor sociale verschillen tussen scholen. We dachten lang dat meer en meer zakelijke teksten met vragen onze kinderen verder hielpen.

Gelukkig zijn er steeds vaker nieuwe aanpakken, maar ons probleem van onvoldoende geletterdheid is dus veel groter dan ons probleem van pulpboeken, jeugdthrillers, romance. Ik maak me weinig zorgen om kinderen die in hun vrije tijd Mel Wallis de Vries of Colleen Hoover lezen. Kinderen en ouders die helemaal niet lezen, het risico van laaggeletterdheid waarmee je twee keer zoveel kans hebt om in armoede te komen, waarmee je ontzettend kwetsbaar bent, vatbaar voor populisme, complottheorieën, oplichting: dat is het echte probleem. Maar literair lezen kan bijdragen aan de oplossing.

Volgens sommigen lezen jongeren slechter door een obsessie met literair lezen op niveau. Maar dat zijn wij in de afgelopen decennia juist minder gaan doen. Al in de jaren tachtig en negentig ontstond de overgang van de docent die vooral werkt vanuit canon en literatuurgeschiedenis naar een steeds meer op de lezer gerichte benadering: wat past bij de leerlingen en hun interesses?

Als je al een verband wilt leggen tussen veeleisende literaire teksten met verwerking in de klas en zakelijk tekstbegrip, dan is dat een positief verband. Waar onze 15-jarigen volgens PISA niet goed in zijn, is het diep lezen, met een kritische blik. Dus je hebt gelaagde, minder voorspelbare teksten nodig om hierin te oefenen. Uit onderzoek blijkt dat door lessen waarin literaire teksten onder begeleiding van een docent worden besproken niet alleen het literaire lezen, maar ook het zakelijk tekstbegrip van leerlingen beter wordt.

Ik hou er zelf van om bewust een combinatie te maken van non-fictie en fictie. Een leuke werkvorm, tip: je kiest een prikkelend thema, ik neem ‘moord en doodslag’. Ik pak er een interessante, journalistieke tekst bij: ‘Waarom smullen we van seriemoordenaars?’ door Ruud Maas. Je kiest er vier boeken bij, kopieert fragmenten daaruit. Ik koos – in dit voorbeeld voor vwo 5 – voor Een hart van steen (Renate Dorrestein), Cassandra (Nina Weijers), Moord op de moestuin (Nicolien Mizee) en Wij zijn licht (Gerda Blees). Je leest samen de journalistieke tekst, de leerlingen lezen in groepjes, boekenclubjes, het boekfragment en delen klassikaal hun ervaringen. Deze boeken komen zeker terug op de leeslijst, sterker nog, de leerlingen namen mijn exemplaren van de boeken direct mee naar huis om verder te lezen.

Weet je nog dat je vanzelf leerde fietsen, zwemmen, salto’s springen? Nee: je wordt niet als fietser geboren, en ook niet als lezer. Wij kunnen dat soms wel denken, omdat wij – leraren, bibliotheekmensen, schrijvers – van lezen houden en omdat het voor ons vaak wel als ‘vanzelf’ voelde. Maar kom op: we vinden het logisch dat leerlingen in vwo 6 boeken van enig literair kaliber lezen, maar we zien toch wel dat ze daar niet vanzelf komen? Wij moeten álle klassen op hun niveau de boeken, verhalen, fragmenten aanbieden, die prikkelen en uitdagen tot literaire ontwikkeling, steeds een stapje verder. Daarbij ben je het meest succesvol, blijkt uit onderzoek, als je wel aansluit bij hun interesses. Als de leraar de leerling als uitgangspunt neemt voor zijn literatuuronderwijs, lezen zijn leerlingen jaren later niet alleen meer boeken, maar ook boeken van een zwaarder literair gehalte. Aansluiten bij interesses, maar wel uitdagen, nét een niveau hoger. Hoe help je leerlingen daarbij?

Simpele tip: voorlezen. Ik doe dat met Het behouden huis van Willem Frederik Hermans, vanaf klas 4, ik lees het integraal voor. Veel leerlingen vinden boeken over de oorlog interessant, maar de taal en gedachtesprongen zijn lastig: dan helpt voorlezen.

Na leesplezier bij het voorlezen van Het behouden huis gaan mijn leerlingen echter niet zelfstandig en met genoegen De donkere kamer van Damocles lezen. We hopen dat het zo werkt, dat we met leesplezier ook al leesmotivatie te pakken hebben: was het maar waar. Leesplezier is: ik lees een boek en ik vind het fantastisch. Dit krijgen we bij veel kinderen van 2 tot 10 wel voor elkaar. Maar waarom haken ze dan toch af, waarom pakt die tienjarige prepuber al niet meer zelfstandig een nieuw boek op?

Motivatie is complexer, het zit ‘m ook in de waarde die je ervaart bij het lezen: brengt het mij iets? Die waarde ervaar je bijvoorbeeld minder als je volwassenen ook nooit ziet lezen. Het zit ‘m in competentie: zelf een nieuw boek lezen is soms moeilijk. Goed kúnnen lezen zorgt voor leesplezier, niet andersom. Het zit ‘m in keuze, iets vinden wat bij je interesse aansluit. En kun je je door het lezen met anderen verbinden, met een boekenclub misschien? Dan wordt het ook een stuk leuker.

Hierbij een goed voorbeeld uit de praktijk, tip: de boekendokters van het Segbroek College. Deze school heeft een hele leesbevorderingsmix gemaakt om het lezen te stimuleren. Ze organiseren het Grote Segbroek Boekenweekfeest. Ze hebben postercampagnes met boekentips van docenten in de school, ze hebben een eigen digitale boekenlijst. Ze schrijven als echte dokters recepten uit in de mediatheek voor leerlingen met leeskwalen. En wat zien ze? De boekentips van de posters komen terug op de leeslijst; de kwaliteit van de leeslijsten wordt beter; en de vrijwillige deelname aan de Inktaap wordt steeds groter.

Oké, oké, lezen is belangrijk, maar waarom dan PER SE literatuur, ook al in de onderbouw? Literaire teksten zijn rijke, gelaagde teksten, waardoor je op een dieper begripsniveau komt, precies wat onze 15-jarigen missen. Literaire teksten bieden je steeds een nieuw verhaal, in plaats van een verhaal volgens steeds dezelfde formule. Dat daagt uit tot kritisch lezen. Literaire teksten zorgen door de complexe, meerdimensionale karakters en door de emotiebeleving voor meer empathie bij de lezer dan teksten zonder de literaire elementen.

Sterker nog: hoe meer literair taalgebruik, zoals rijmvormen en beeldspraak, hoe meer empathie, blijkt uit onderzoek. Blijkbaar wordt daarmee ons brein gestimuleerd op meerdere vlakken. Concentratie, zelfinzicht, verbeeldingsvermogen worden groter. Literatuur geeft je de schoonheid en rijkdom van originele taal, meer variatie in woorden en zinsbouw. Je leert meer woorden waarmee je jezelf kunt uitdrukken en dat is fijn, daarmee krijg je ook meer grip op je emoties, heel handig voor pubers. Zinnen die je voor altijd bijblijven… Dat hebben jullie ook, toch? Troostende zinnen die bovenkomen op verdrietige momenten… Die komen niet uit jeugdthrillers, denk ik? En: literatuur biedt je andere wereldbeelden, waar het in veel jeugdgenreboeken, dus thrillers en romance aan ontbreekt. Dat is belangrijk: het helpt je buiten je bubbel te komen, open voor anderen, terwijl je wel zelf blijft denken. Uit onderzoek blijkt: ervaren lezers schieten niet vanuit onderbuikgevoel, maar stellen hun oordeel uit… Die zelfcontrole vermindert polarisatie en versterkt mentaal welzijn. Representatie is daarnaast belangrijk omdat jongeren die zelf niet in het standaardplaatje passen in boeken ook een spiegel van hun wereld willen zien. Om zichzelf erin te herkennen, want dat bevordert leesplezier! Het is daarentegen schadelijk om verhalen te lezen waarin negatieve stereotypen en vooroordelen kritiekloos herhaald en dus genormaliseerd worden. Jonge lezers lezen namelijk vooral belevend en herkennend: ze nemen die wereld heel erg letterlijk omdat ze nog niet geleerd hebben er afstand van te nemen. Het werkt op de lange termijn door: volwassenen die als kind jeugdliteratuur hebben gelezen, hebben een genuanceerder wereldbeeld. Meer jeugdliteratuur betekent: minder polarisatie. En dat hebben we hard nodig in deze tijd…

Kortom, je ontwikkelt je als lezer, maar ook als mens door literatuur. Misschien vind je dat een snobistisch idee? Een beter mens worden door literatuur… maar wij werken in het onderwijs! Als wij al niet geloven dat leerlingen in welk minimaal opzicht dan ook beter worden van wat wij op school doen, kunnen we nu allemaal naar huis!

Terzijde: als ouder kun je er anders over denken. Een vriend zei tegen me, toen mijn kinderen kleuters waren: ‘Laat je ze naar K3 luisteren?’ Ja, mijn kinderen zijn kliko’s, ik gooi er alles in. K3, U2 en Beethovens Vijfde. De kliko-opvoeding: ik geef ze alles te lezen wat ik maar tegenkom, dan zien we wel wat het oplevert. Maar jouw kliko is niet mijn kliko: niet elke ouder heeft een breed aanbod. En dan kun je als leraar zeggen: laat ze lekker doen wat ze willen in hun vrije tijd, wij bieden op school wel mooie boeken aan. Wat maakt het uit dat de top 3 van de Kinderjury alleen maar bestaat uit serie-boeken en boeken van influencers? Het zijn populariteitsprijzen, net als de NS Publieksprijs. Ja. Maar de NS Publieksprijs behandel ik niet in mijn lessen. En dat gebeurt met de boeken van de Jonge Jury en Kinderjury wel – dankzij lespakketten. Moeten we ouders iets verbieden? Nee! Nee, absoluut niet. Maar we moeten de toegang naar jeugdliteratuur voor ouders en kinderen net zo laagdrempelig, aantrekkelijk, goedkoop en overal aanwezig maken voor iedereen, dus ook online – als de Zoete Zusjes zijn. Als we dat niet doen, accepteren we ongewenste en steeds grotere verschillen door sociale segregatie, versterkt door de algoritmes van sociale media, en dubbel versterkt wanneer de boeken die daardoor populair zijn de prijzen winnen en door scholen ook nog eens in de les behandeld worden.

Wat hierbij kan helpen, tip, is een fijne samenwerking tussen mediatheek en docenten en een goed boekenaanbod. Ik denk aan wat we ‘doorleestips’ noemen. Dus een leerling zegt ‘ik lees niet graag, maar dit boek vond ik wel oké’, en wij hebben dan altijd een vervolgtip. Maak er mooie posters van: populaire boeken in de onderbouw, met een suggestie aan doorleesboeken, ook gewaardeerde boeken, net een stapje meer literair.

Over ons boekenadvies. Er wordt wel eens geroepen dat schrijvers gecanceld worden door leraren. Ik denk dat we zulke woorden niet lichtzinnig moeten gebruiken in een wereld waar ook daadwerkelijk boeken uit de schappen worden gehaald zoals in de VS en waar schrijvers, ook in Nederland, worden aangevallen omdat ze bijvoorbeeld over genderdiversiteit schrijven. In de discussie over wat wij moeten aanbieden in de klas, gaat het precies daarover: aanbieden, niet verbieden. Ik ken trouwens geen scholen die jeugdthrillers in de onderbouw verbieden. Ook in de bovenbouw is er tegenwoordig meer ruimte voor thrillers en Young-Adult-literatuur: de meerderheid van docenten staat Young Adult-literatuur toe op de bovenbouw-leeslijst, blijkt uit onderzoek van Linda Ackermans.

Ik snap dat een schrijver het als dédain kan beschouwen wanneer boeken worden bestempeld als ‘niet goed genoeg of niet geschikt voor het onderwijs’. Maar het is geen minachting voor de schrijvers. Het is knap om een goed verkopend, meeslepend boek te schrijven. Dankzij de veelheid aan stemmen in de Nederlandse boekenwereld kunnen wij heerlijk lezen en ons werk doen. Maar ons werk is: leerlingen verder brengen. Wij moeten ons daarbij laten leiden door vakkennis en niet door ongefundeerde uitspraken en zwart-witdiscussies in de media. Die zijn schadelijk voor de beeldvorming rond ons vak en rond het lezen. Ik zou er best boos om kunnen zijn als ik niet dankzij het lezen van ontiegelijk veel literatuur zo mega-empathisch was.

Dus wij zoeken de boeken die de leerling meer te bieden hebben. Wat wel waar is: wij kennen ook niet alle boeken, en geven dan soms onjuist advies, eerlijk is eerlijk. Grootste frustratie van elke boekenwurm: je kunt nooit alles lezen. Tip: zoek Lezenslessen eens op. Lezenslessen helpt je om nieuwe jeugdboeken te vinden, er zijn lespakketten bij fantastische boeken en je kunt je zelfs met allerlei video’s laten bijpraten zodat jij met vertrouwen tips aan je leerlingen kunt geven. Ik heb met het lesmateriaal gewerkt en ik vergeet nooit hoe overactief mijn derdeklassers daarvan werden en hoe mooi en creatief hun verwerkingsopdrachten waren.  

Daarover gesproken… Best vaak wordt gezegd dat je niet-lezers aan het lezen krijgt door ze geheel vrij te laten lezen: laat ze lekker lezen wat ze willen zonder vragen te stellen. Het tegenovergestelde is waar. Echt vrij lezen, dus je mag lezen wat je wilt, zonder begeleiding en advies en zonder nabespreking, is juist in het nadeel van de lezers die met moeite een boek oppakken en begrijpen, weten we uit onderzoek. Het afbakenen van het boekenaanbod heeft een positief effect op de leesvaardigheid. De boeken die door docenten worden aanbevolen, worden door leerlingen ook meer gewaardeerd. En het bespreken van literaire teksten met docent, ik zei het al, bevordert literaire en zakelijke leesvaardigheid. Dus: geef ze goed boekenadvies en praat over wat je gelezen hebt.

Literatuur is niet elitair. Weet je wat elitair is? Groepen jongeren de toegang tot literatuur ontzeggen door ze niet eens te begeleiden, te sturen naar literatuur, door het niet van ze te verwachten of eisen, alsof het niet voor hen is! Er is voor iedereen literatuur. Iedereen kan ook oude literatuur lezen, want er zijn steeds meer hertalingen – laatste tip en reclameboodschap: naast mijn hertaling van Couperus zijn bij Uitgeverij kleine Uil nog elf oude boeken nieuw in hertaling verkrijgbaar zijn. Hele klassen lezen weer Couperus, echt, het werkt.

Literatuur is voor iedereen en er is voor iedereen een boek! Je hebt soms wat hulp nodig om er te komen en daarom is jullie werk ontzettend belangrijk. Ik hoop jullie genoeg nieuwe inzichten te hebben gegeven om onze tieners daarin verder te brengen. Vergeet dit niet: uitdagend literatuuronderwijs zorgt voor leesplezier, literaire ontwikkeling ís leesplezier. En dat geldt ook voor jullie. Lees, leer en geniet.

Dit is de de enigszins aangepaste versie van de op 5 november 2024 uitgesproken tekst voor een publiek van leraren en biblio-/mediatheekmedewerkers. Met dank aan Passionate Bulkboek.