Maar in dit nette, onschadelijke, jonge burgerheertje leefde nog iets, dat geen heertje was, maar een mensch, die niet zoo maar dood wou gaan, die zichzelf een toren wou oprichten tot de blauwe lucht, om te staan in eeuwigheid. En een beest dat zich zat wilde vreten aan al ’t onverschillige levende en doode, dat maar dee of hij er niet was en zich wederom zat wilde vreten tot ’t alles opgevreten had en alleen over was met ’t niet.
Deze week las ik (opnieuw) Dichtertje van Nescio. Hij blijft onovertroffen in het schetsen van de mens die zoveel meer wil. Ooit las ik een column over De Titaantjes voor. Het was mijn eerste literaire optreden ooit en er zijn opnamen van. Daarom uit de oude doos hier een aardig luisterfragment:
In de tien jaar na dit fragment heb ik er hard aan gewerkt om een perfect burgerlijk bestaan te creëren. Inclusief IKEA-schommel.
Michelle van Dijk, 30 december 2010