Ik kwam als kind bijna wekelijks in de bibliotheek van Vlaardingen. Wij kochten geen nieuwe boeken. Soms kreeg ik voor m’n verjaardag een boek en we kochten wel tweedehands pockets (Pitty naar kostschool). De bibliotheek was mijn toegang tot de rest van de wereld. In vakanties kwam ik er zelfs elke dag, om het maximum van vier leesboeken te halen en de volgende dag weer terug te brengen voor nieuwe. Ik verslond vooral de boeken van Roald Dahl (favoriet: Matilda), detectives en boeken over de oorlog (absolute favoriet en tranentrekker: Dansen op de brug van Avignon van Ida Vos). Maar er was zoveel meer. De boeken die mijn ouders me nooit zouden aanraden: over seks, over andere geloven, over drugs, boeken waarin veel gevloekt en geneukt werd, over liefde. CD’s: met mijn krantenwijk had ik eindelijk genoeg verdiend om zelf een CD-speler te kopen. Maar ik had helemaal geen geld voor CD’s. Dankzij de bibliotheek ontdekte ik de Counting Crows en Neil Young. In de bibliotheek van Rotterdam, waar ik als tiener lid van werd, kwam ik voor de bladmuziek en de studiecellen.
Toen ik 15 was, zag ik in de Vlaardingse bieb een briefje hangen van de Schiedamse Schrijfwedstrijd. Ik deed mee en won een eervolle vermelding. Ik werd opgebeld, door een vrouw die zei dat ik niet te blij moest zijn, maar dat het toch erg goed was en dat ze hoopte dat ik bij de prijsuitreiking zou zijn. Bij de prijsuitreiking waren er drie jonge mensen in de zaal: ik, prijswinnaar Steven Verhelst, en een jongen die een muzikaal intermezzo verzorgde, hij speelde popsongs op z’n keyboard. Steven Verhelst had een jaar eerder een eervolle vermelding gehad en was nu duidelijk de beste, al vond de jury het nodig op te merken dat hij niet steeds over hetzelfde moest schrijven, en daarmee bedoelden ze seks, ‘er zijn meer onderwerpen’. Naast me zat een man die zeker veertig jaar ouder was dan ik. Hij vond het erg spannend en zei: ‘Volgens mij weet niemand nog of hij gewonnen heeft. Je hebt ook schrijfwedstrijden waar je van tevoren gebeld wordt, als je de winnaar bent. Maar ik heb niets gehoord. Jij?’ Ik glimlachte vriendelijk en haalde m’n schouders op. Wat moest ik zeggen? Een eervolle vermelding was niet echt winnen. Bovendien bleek mijn prijs een boek van Yvonne Kroonenberg, niet echt iets om over op te scheppen. Ik probeerde heel verrast te kijken toen ik naar voren mocht komen.
Het is een misverstand om te denken dat alleen bejaarden in bibliotheken komen. Dat het een uitstervend instituut is. Nog steeds leren kinderen er lezen en ontdekken ze de wereld buiten de boekenplank van hun ouders. Hier haal je stapels boeken die je in de boekenwinkel niet zou kunnen of willen betalen. Ik ben nu met mijn gezin nog steeds goed voor minimaal vijftien boeken per maand – in de Dordtse bibliotheek. Vanaf deze plaats een welgemeend excuus aan de bejaarden die soms door mijn kinderen omvergelopen worden terwijl ik probeer een stapeltje romans uit te zoeken. En een dankjewel aan de medewerkers die deze week vier biografieën van Virginia Woolf uit het magazijn haalden voor mij. Het magazijn gaat verdwijnen, de boeken worden te weinig geleend. Ik geef toe dat ik de biografie vanuit het perspectief van haar cocker-spaniel zou kunnen missen. Maar het hele idee van een bibliotheek is dat je er verschrikkelijk veel kunt vinden, over alles en niet alleen wat het meest gelezen wordt – dat vind ik immers wel op de top 10-tafel in de boekhandel. In Rotterdam sluiten zo’n 15 vestigingen, Ernest van der Kwast schreef er deze week over op zijn website en in nrc.next. Er is een petitie en bibliotheken roepen ook op om lid te worden om je sympathie te tonen. Wat mij betreft zouden we nog veel meer moeten doen. Het is bizar en ongehoord dat deze boekenwereld geruisloos zou verdwijnen.
Michelle van Dijk, 23 januari 2011
Ik vind dit verhaal uit mijn hart gegrepen. Talloze boeken heb ik uit de bibliotheek gehaald. Ik woon in het midden van het land, maar ik reserveer mijn muziek vaak via de Centrale Biblioheek van Rotterdam. Zoveel muziek. Een biblioheek is voor mij een onuitputtelijke bron van informatie, tijdverdrijf, ontspanning, kortom genot.
En dat voor een habbekrats. Je kunt voor dat geld misschien net twee boeken kopen of twee CD’s.
Ik hoop dan ook dat de politici niet in hun geldingsdrang het geld voor bibliotheken verminderen (eerder uitbreiden). Kennis is macht. Macht is geld. Dus laat a.u.b. de bibliotheken bestaan!
LikeLike