Infiltreren

In mijn straat zijn de huizen klein. Er worden veel baby’s geboren, maar nooit haalt iemand z’n eindexamen. Je ziet ooievaars, geen vlaggen met schooltassen. Wel geboren, niet getogen, daarvoor zijn de huizen, de slaapkamers, de badkamers te klein. Als je in bed overeind gaat zitten, stoot je je hoofd.

In de laatste zes jaar won het kunststof van het hout. Ik weet niet waarom, maar Turkse families kiezen allemaal voor grote witte plastic deuren, die binnen een jaar grauw-grijs zijn. Hollanders kiezen voor kunststof met hout-look, donkergroen met wit, een nerf erin, zo nep als maar kan.

Wij lieten een schilder komen. Er kwam ook een hulpschilder mee, van de sociale werkplaats. Hij kon goed en precies schilderen, maar hij moest exact om tien uur koffie drinken. Daar had die andere schilder weer de pest in.

Soms zie je ineens een briefje hangen waar je geen letter van begrijpt. Ik denk dat er staat: ‘Bel kapot, kloppen aub’. Maar er kan ook staan: ‘Ik ben bij Nadia. Zie je over een uurtje.’ Of: ‘Klootzak, ik betaal geen cent huur meer totdat jij die klotedouche repareert.’

Ze kwamen met busjes, elk jaar verdubbelde het aantal onhandig geparkeerde busjes in de wijk, tot de gemeente een Polen-quotum instelde. Ik zou meer willen weten van de mannen met gemillimeterd haar, Oostblok-kleren en sixpacks bier. Ze lopen altijd in twee- of drietallen naar de Bas aan het eind van de straat. Er is een zijstraat die je ‘Klein Polen’ zou kunnen noemen. Weer een straat verderop zit de Poolse supermarkt.

Buren kunnen er prima mee leven, toch staan de ‘arbeidsmigranten’ bij elk wijkoverleg op de agenda. ‘We hebben geen last van die jongens, maar het wordt een zootje in de buurt.’ ‘De huizen worden niet meer opgeknapt.’ ‘Ze zetten het vuilnis naast de container omdat ze geen pasje hebben.’ ‘Ze blijven ook nooit langer dan een paar weken, een paar maanden.’ ‘Wie is daar verantwoordelijk voor? Zij krijgen woonruimte van het uitzendbureau. Of een werkgever. Die huurt het van de woningcorporatie. Ze schuiven alle problemen op elkaar af en die woningcorporaties en uitzendbureaus verdienen er dik aan.’

Je zou er een roman over kunnen schrijven, over een gespierde man met een brede lach die leeft op een dieet van witbrood en bier en kan stucken als de beste, maar hij wordt slecht betaald en woont in een verrot slecht huis met vijf andere zwetende mannen, er is een huisjesmelker die veel geld achterover drukt, een ingewikkelde en frauduleuze wereld van uitzendbureaus, werkgevers en vastgoedmannetjes, en natuurlijk zijn er mooie vrouwen, al weet ik nog niet wat die ermee te maken hebben. Om zo’n boek te schrijven moet je natuurlijk infiltreren in de Poolse wereld, vrienden worden met de vrouwen, posten bij de supermarkt en volgen waar de mannen naartoe gaan. Ik begon bij de Poolse supermarkt – hier zie je alleen de vrouwen. Ze zijn altijd blond of zwart maar nooit natuurlijk van haarkleur, ze hebben altijd, altijd make-up op en ze hebben altijd kleren die exact één maat te klein zijn, zoals de mannen kleren dragen die één maat te groot zijn. (Misschien is het niet aardig dat ik dit zeg, maar je vraagt je wel eens af of dit inderdaad sexy wordt gevonden in het oosten, of dragen ze dan echt alleen maar doorgevertjes, of zijn alle vrouwen hier dikker geworden dan hun Poolse garderobe toeliet en de mannen juist een maat dunner door hard werken en witbrood?)

Ik kwam niet verder dan ‘hallo’, zij spraken geen woord Nederlands. Duits? Frans? Engels? Nee. Stom. Het is ook een Poolse supermarkt. Ik zou niet de nieuwe Günter Walraff zijn en al helemaal niet de nieuwe Truman Capote want dan moest er ook nog iemand vermoord worden. Het probleem was niet alleen dat ik geen woord Pools sprak, maar ook dat natuurlijk iedereen direct door mijn alter ego heen zou kijken. Daar staat een meisje, bleu en bedeesd, ze wil schrijven, schrijven over het echte leven, maar ach god, wat een meisje, zo’n jonge vrouw, wat leuk, wat gezellig. Ik deed nog even of ik zeer geïnteresseerd was wat er in de schappen stond. Poolse Knorr. Dit zou niets worden. Ik liep de winkel weer uit.

 

Michelle van Dijk, 25 januari 2011


Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.