Ze fokken met m’n geheugen, denk ik elke dag als ik op Rotterdam Centraal loop. Er moet een verbod komen op het onherstelbaar wijzigen van belangrijke plekken in mensenlevens. Ze gummen de plek uit waar ik met m’n eerste vriendje zoende, of met een ander vriendje een geheim rendez-vous had, of de tranen uitwiste om al die vriendjes, vooral die ene, die me genadeloos gedumpt had en daarna liefjes de trein in bonjourde. Die exacte plek van dat bankje, het x en y van de eerste zoen, is straks een plek in de lucht, of onder de grond, of er staat geen bankje meer en er is niets herkenbaars waardoor je weet dat het er wel was en nog even en je dacht dat het allemaal verzonnen was, dat je nooit voor het eerst gekust bent.
Vanochtend liep een vrouw door de tunnel richting de perrons 8 en 9, die sinds dit weekend afgesloten zijn. Ze stapte op een servicemedewerker af. ‘Sorry’, zei ze zonder enige inleiding of uitleg, ‘waar moet ik nu heen?’ En ik wist zeker dat de NS-medewerker haar een volledig en compleet antwoord zou geven op al haar levensvragen.
Michelle van Dijk, 7 februari 2011