Ik kom uit Vlaardingen. Ik ben er geboren en woonde er zeventien, bijna achttien jaar. Alex Boogers gebruikt dezelfde stad als decor in zijn romans: ‘Het stonk er altijd.’ Dat is inderdaad een van de belangrijkste kenmerken van Vlaardingen. Het is gek als je een roman leest over (bijvoorbeeld) de buslijn waarmee ik elke week naar de voetbalclub reed. Gek, maar het bepaalt niet of ik het literaire werk goed of slecht vind.
Als je in de jaren tachtig (of zeventig, of negentig) opgroeide in Vlaardingen, dan had je last van het Bassie & Adriaan-effect. Op tv zag je je eigen woonplaats in een spannende en grappige tv-serie met een clown en een acrobaat. In het dagelijks leven zag je ook regelmatig een auto, bus of caravan met de koppen van dat duo ergens geparkeerd staan. Fictie en werkelijkheid liepen gewoon vloeiend in elkaar over. Angstaanjagend is dat. Want de Plaaggeest kwam in mijn gymzaal. En wekenlang lag er een caravan van B&A in de sloot onderaan de dijk – wat was er in godsnaam gebeurd?
Natuurlijk wisten we dat het niet echt was. Want soms sprong Bassie ergens over een schutting en landde hij in een andere wijk op de grond – dat zagen wij dan ook. Maar dan is er nog een effect: pas jaren later merk je dat andere mensen hun woonplaats niet uit een kinderserie op tv kennen. Gek is dat. Maar wat is erger?
Michelle van Dijk, 22 maart 2011