Michelle van Dijk

1. Zoek een mooi stuk dijk. Belangrijk: je hebt wat meters onderaan de dijk nodig om uit te kunnen rollen. En zoek een stuk uit met veel gras. Ook moet dat stuk gras zeker vijf meter breed zijn, van boven tot onder groen zonder onderbrekingen van asfaltpaadjes of planten. Je rolt namelijk niet altijd recht naar beneden.
2. Loop van onder naar boven en inspecteer het stuk op hondenpoep en takken. Bij hondenpoep: nieuw stuk zoeken. Takken gooi je opzij. Het beste doe je dit met een kameraad, zodat je allebei een breedte van zo’n 2,5 meter kunt inspecteren.
3. Boven aan de heuvel ga je in het gras liggen. Dwars, of horizontaal, in de breedte, of hoe je het wilt noemen. We gaan namelijk niet koprollen, we gaan om de lengteas draaiend naar beneden rollen. Ga zo liggen dat één kleine beweging genoeg is om op zwaartekracht beneden te komen.
4. Let op: als je met een kameraad bovenaan een dijk ligt, rol je nooit gelijktijdig naar beneden. Voeten en hoofden kunnen hard met elkaar in botsing komen. Ervaring leert dat massa en gewicht over het menselijk lichaam niet gelijkelijk verdeeld zijn, waardoor de neerwaartse rol soms een schuine baan oplevert. Het hoofd spint bijvoorbeeld sneller, de voeten vormen een struikelblok. Met de juiste technieken kan men zich hierin oefenen. Maar voor de veiligheid en fun geldt het volgende advies: houd 2 seconden rolafstand. Dat is voldoende om te zien waar de ander is, om elkaar te lachen en ongelukken te vermijden.
5. Houd je armen langs je hoofd. Zo bescherm je je gezicht. Je hoofd is geen knikker.
6. Beweeg je heupen één slag neerwaarts. Meestal is dit voldoende om het rollen in gang te zetten.
7. Rol. Lach. Herhaal. Rol. Lach. Herhaal. Rol. Lach. Herhaal. Word duizelig. Rol. Lach. Herhaal.

Voor de gevorderde dijkroller:

–          Rol wél gelijktijdig. Wie is het eerst beneden?

–          Zie instructie hierboven en vervang ‘gras’ door ‘sneeuw’.

(Omdat de Britse organisatie National Trust kinderen een lijst heeft gegeven van 50 dingen die je moet doen vóór je 12 bent. Waaronder: van een heuvel rollen. Ik ben nog nooit van een heuvel gerold. Wij rolden van de dijk. Daar ben je immers Hollander voor. Let’s flashmob this. Honderd kinderen, moet lukken. Ik weet nog wel een mooie dijk in Vlaardingen. Ik wil trouwens best een lijst schrijven met dingen die je gedaan moet hebben vóór je 18 bent. Maar die mogen mijn kinderen dan pas lezen als ze 18 zijn.)