Ze zitten in groep 4.
‘Ken jij gladiatoren?’
‘Jaha, ik ben wel eens op een toren geweest.’
‘Nee, niet een toren, GLA-DI-A-TO-REN, weet je wat dat zijn?’
‘Het was niet echt een toren, het was een mast.’
‘Nee, GLADIATOREN! Geen toren!’
‘De Euromast. Dat is de hoogste toren van de wereld.’
‘Gladiatoren dat zijn MENSEN!’
‘Heeeeeel hoog.’
‘Gladiatoren zijn mensen die vechten om vrijheid!’
‘En er draait zo’n ding rond.’
‘Het zijn MENSEN!’
‘Er zijn ook andere torens. Maar dit is de hoogste. Van de wereld.’
‘Mensen die vechten om vrij te zijn! In een arena!’
‘Arena?’