Rotterdams. Dat was een van de bijvoeglijk naamwoorden die mijn (oud-)collega’s aan mijn boek hingen. Ze mochten het begin dit jaar al lezen.
Het manuscript is een paar versies verder en Rotterdams is het nog steeds. Niet Rotterdams in de zin van ‘Echt wel, ja toch, niet dan.’ Ik dacht dat het lastig uit te leggen was, wat dat dan inhield. Maar gelukkig komt Lebowski Uitgevers met de Rotterdam uitgaven en nu mag iedereen weten dat de Rotterdamse kunst en cultuur booming is.
In de Volkskrant stond:
Er is geen stad in Nederland die zo zijn eigen literatuur heeft als Rotterdam. Het is er rauwer dan elders, kale taal, doe maar gewoon, recht voor zijn raap en hup snel voor de draad ermee.
Rauw: dit is het leven zoals het is. Zo lelijk als het soms is. Zo lekker als het soms is. Is dat nu booming? Het werd toch ’s tijd.