Sociolect van een scheiding

(geen kerstverhaal)

In december willen mijn kinderen dat ik van hun vader houd. Ze zitten vol liefde en knuffels, deze maand. Een deel daarvan is misschien opportunistisch te noemen, want in december zijn ze jarig en hoe meer liefde, hoe meer cadeaus. Maar ze worden ook echt blij van de dagen samen, films kijken, kaarsjes aan, vrije tijd, feestjes. De verjaardagen vieren we met het hele gescheiden en opnieuw ingerichte gezin, dat vinden ze prachtig; hoe meer opa’s en oma’s, hoe meer vreugd. Totdat ik ’s avonds naar m’n eigen huis ga.

M’n dochter schrijft briefjes. Ze kwam bij me staan, haar handen op haar rug.
‘Ik denk dat er post is,’ zei ze met pretoogjes.
‘Oh? Dan moet je maar even gaan kijken.’
Ze rende weg. Ik hoorde de voordeur dichtgaan, ze liep door het trappenhuis naar beneden. Twee minuten later werd er aangebeld. Haar broer deed open.
‘En, was er post?’
‘Ja!’ riep ze. Daar kwam haar zelfgeknutselde envelop tevoorschijn.
‘Hij is voor jou. Je mag ‘m gelijk openmaken.’
Ik las het briefje hardop voor. ‘Ik hou van jou. Ah, wat lief.’ Ik gaf haar een kus.
Haar broer keek mee. ‘Er staat geen naam op, dus je weet niet van wie die is.’ Ik vond dat geen probleem. Maar een paar minuten later kwam m’n dochter met de oplossing, toen ik weer alleen met haar in de keuken zat: ‘Dat briefje is van papa.’ Ze knikte alsof ze het zelf geloofde.

Een dag later kwam mijn zoon bij me op de bank liggen. We knuffelden en lagen tegen elkaar aan.
‘Ik vind het rottig dat jij gescheden bent,’ zei hij.
Hij zegt altijd ‘gescheden’. Sinds de scheiding heeft dit gezin een nieuw sociolect ontwikkeld. Zo wordt het woord ‘thuis’ vaak vervangen door ‘Dordrecht’ of ‘Rotterdam’. Het is praktisch, maar voor mij pijnlijk: ze gebruiken het woord thuis minder vaak, alsof ze geen thuis meer hebben. Nieuwe geliefden noemen we bij de voornaam en het woord stiefmoeder of -vader mijden we als de pest, omdat de kinderen dankzij Disney-films horrorvoorstellingen van stieffamilie hebben. Desondanks zei zoonlief toen hij zijn tweede moeder een paar weken kende: ‘Ik vind haar best aardig. En ze heeft helemaal geen kromme neus!’
Het woord gescheden heb ik wel eens gecorrigeerd (‘het is gescheiden’), maar hij (de taalpurist) denkt er anders over. Naar analogie van rijdengereden (of lijdengeleden, denk ik dan) zegt hij scheidengescheden. En hij zegt: Jij bent gescheiden, niet jullie zijn. Want ik ben degene die de scheiding veroorzaakt heeft. Over zulke waarheden is geen discussie. Dat het rottig is, bestrijd ik ook niet. Ik bevestig het. Ik vraag: ‘Ben je er verdrietig over?’
‘Ja.’
‘Dat mag hoor.’
‘Jij houdt van papa,’ zegt hij. Hij zou het graag voor mij bepalen.
‘Papa is voor mij een goede vriend en de allerbeste papa die jullie maar kunnen hebben.’
‘Hm.’

Toch blijven ze uitwegen bedenken. Zo hebben ze mijn vriend ook al aan zijn vriendin gekoppeld. Zou dat niet even mooi zijn, dan kan mama weer met papa samen zijn. En dan mag iedereen in dit huis wonen!

Met Kerst willen zij, meer dan ooit, dat leven terug. En ze kunnen wensen wat ze willen, maar dat zit er niet in. Rottig is het. We maken er het beste van. Ze vieren vier dagen Kerst achter elkaar, ik maak ze gelukkig met aardappelgezichtjes en bergen appelmoes. Maar rottig blijft het.


Een reactie op “Sociolect van een scheiding

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.