We zaten eerste rij. Geen cent aan vuurwerk uitgegeven, maar de hemel brak voor ons open in knallend rood, groen en goud. Ik had mijn bed in de erker geschoven, tegen de vensterbank aan. Ik had al m’n moederlijke tederheid opzij moeten zetten om m’n dochter ook wakker te krijgen voor dit spektakel, maar het was gelukt. Daar zaten we, daar genoten we van het panoramale (ha! eerste woordgrap van 2013) uitzicht op Rotterdam.
Het vuurwerk trok van links naar rechts aan ons voorbij, dankzij de wind. Buren staken vuurpijlen af met een paraplu boven hun hoofd. Opvallend vaak zat het vuurwerk in HEMA-tasjes, ook tegen de regen. Aan de overkant van de straat rookte een ondergrondse container. Om het feest niet te bederven, gooiden mensen er af en toe een nieuw stukje vuurwerk in.
Toch was er wel iets ontluisterends gebeurd op deze Oudejaarsnacht. Mijn zoon bleef op en keek mee naar de tv. Ik had hem wel gewaarschuwd voor de volwassen programma’s. We zapten weg bij de oorlog in Syrië in het jaaroverzicht van de NOS. (Verder vond hij dit heel boeiend. ‘Die ken ik!’ riep hij bij Epke Zonderland.) Maar ik kon niet voorkomen dat hij al bij de vooraankondiging van de oudejaarsconference van Erik van Muiswinkel riep: ‘Dat is de stem van de Hoofdpiet!’ Oeps.
M’n dochter was de volgende ochtend ook ontstemd. Ik had haar van mijn bed naar haar eigen bed getild, terwijl ze nog niet sliep! Dat vond zij tenminste. Ik vond dat ze toch echt wel sliep. Het soortelijk gewicht van een kind verandert namelijk als het slaapt, dat weten alle ouders.
Ik zette Metallica aan om de kinderen weer blij en rustig te krijgen. Toen gingen we aan het ontbijt. Toen ging zij knutselen en hij Geronimo Stilton lezen. Alles is goed. Een gelukkig 2013.