Omdat leraren volgens het Jongerenpanel van EenVandaag niet zo handig zijn met ICT, vindt de PvdA dat er in de lerarenopleiding meer aandacht moet zijn voor ICT-bekwaamheid; of nee, het moet zelfs een eis worden!
Kijk, dat noem ik nou kusjespolitiek. Als mijn kinderen voor de zoveelste keer met een zere vinger of ander leed bij mij komen – en ik ben bezig met iets anders, iets belangrijks of niet, in ieder geval niet met zere vingers – dan gaat het wel eens van zo: ‘Kom maar hier, dan doe ik er een kusje op.’ En ik mik ergens een kusje op de plek waar het misschien wel zeer doet. ‘Nee, niet daar,’ zeggen ze dan. ‘Oh, waar dan?’ Ze hebben ook wel eens een zere kies of een zere keel, plekken die moeilijk te kussen zijn. Dan kus ik ook zomaar in de buurt. ‘Is het nu beter?’ En dan hoop je dat ze ja zeggen, dat het probleem in ieder geval tijdelijk is opgelost. Iedereen weet dat kusjes geen echte medicijnen zijn, maar dat geeft niet. Het is politiek. We doen alsof we het probleem hebben opgelost, maar we hebben niet eens gekeken waar het echte probleem zit. Kusjespolitiek.
Kijk, dat jongerenpanel van EenVandaag kun je geen ongelijk geven. De helft van de scholieren wil meer digitale middelen in de les. Voor de duidelijkheid: de andere helft wil dat dus NIET, dus ik zie nog geen reden om als een malle meer computers de les in te trekken. Dan volgt deze cryptische omschrijving: ‘Volgens ruim vier op de tien leerlingen (43%) zijn de meeste leraren niet echt ICT-bekwaam, omdat ze niet goed weten hoe bijvoorbeeld een digitaal schoolbord of een iPad werkt.’ Hoeveel leraren bedoelen ze met ‘de meeste’? Wat bedoelen ze met ‘niet goed’? Ik ga dit ‘feit’ niet ontkennen, maar het is nogal vaag. Ik zou op basis van dit gegeven nog geen ICT-beleid kunnen schrijven.
Het is ook wel een beetje gek dat ze níet gevraagd hebben of de school wel alles in huis heeft voor goed ICT-onderwijs. Ik kan nog zo verschrikkelijk ICT-bekwaam zijn, als de WIFI-verbinding wegvalt (bijvoorbeeld omdat de hele klas, alle computers in de school, alle digitale schoolborden + 1000 smartphones erop draaien), als de beamer het niet doet, als de geluidsboxen zijn verdwenen of opgeblazen of als je gewoon een rottige digitale methode hebt, dan ben je nergens. En dan geeft het Jongerenpanel een leuk voorbeeld: ‘Ze kunnen vaak geen filmpje opstarten en zelfs tijdens een kijk-/luistertoets moest de docent iemand bellen om het op te zetten.’ Ik denk dat dit een leerling van mijn school was. Laatst moest ik surveilleren bij een kijk-/luistertoets. Ik heb die toetsen nooit, ik was surveillant bij een ander vak. Ik had de opgaven al uitgedeeld, de dvd zat in de computer, startklaar… en de dvd begon bij deel 2 in plaats van bij deel 1. Ik zocht op de dvd, ik zocht in alle mappen, maar het was niet te vinden. Op het doosje stond niets over de indeling op cd’s. Buiten het lokaal gebaarde ik naar de examencoördinator. Ze kwam me redden. In het dvd-doosje zat links, achter het boekje geklemd (nee, niet op de gebruikelijke wijze voor dubbel-dvd’s dus), nog een cd. Ik ben duidelijk ongeschikt voor de 21e eeuw, dat is voor leerlingen wel te zien.
Bij EenVandaag werd ook gevraagd wanneer iemand volgens leerlingen een goede docent is. En, heel grappig, dan heeft helemaal niemand het over ICT! Een goede leraar kan de stof goed uitleggen, brengt humor in de lessen en straalt enthousiasme uit, zeggen ze. Het is ook nog niet gebleken dat leerlingen zakken voor hun eindexamen omdat de leraar niet handig is met de computer. Of dat ze geen aansluiting vinden bij hoger onderwijs of de arbeidsmarkt, om die reden. Nee, eigenlijk is er geen enkel urgent probleem, behalve dat de helft van de leerlingen wel meer digitale middelen in de klas wil. We weten niet waarom, we weten niet wat het oplevert, maar hier heb je een kusje, het komt wel goed.
Laatst las ik een post van een vriendin op Facebook die een hbo-opleiding volgt. Ze berichtte vanuit de collegezaal, waar de docent een serie YouTube-filmpjes liet zien. Had ze daar haar collegegeld voor betaald?! Dit is een grappig verschijnsel. Sommige leerlingen in het voortgezet onderwijs gaan alleen maar naar school omdat ze moeten; ze hebben leerplicht. Het onderwijs is gratis, zelfs de boeken zijn (nog) gratis. School is voor hen wat de plantsoenendienst is voor de langdurig werkloze en het is de taak van de docent om er toch nog wat leuks van te maken. In hemelsnaam, laat ons dan af en toe lekker een filmpje kijken! Dat verandert dus plots als je zelf voor je onderwijs betaalt. Als je het doet om er wijzer van te worden. Dan wil je geen filmpjes, dan wil je niet iets doen wat je thuis ook had kunnen doen, dan wil je les. En hier wordt het interessant: want dit verschil laat zien wat een goede docent is. Al sinds we openbare bibliotheken hebben, is kennis vrij toegankelijk. Toch wil niemand geopereerd worden door een autodidact. Een goede docent weet wat de leerling moet leren, weet wat de leerling moet doen om dat te bereiken en kan de leerling aan het leren krijgen. Met of zonder ict.
In de laatste tien jaar zijn digitale leermiddelen de heilige graal van onderwijsvernieuwing/-verbetering geworden. Maar het zijn middelen, niets meer en niets minder dan dat. Alsof de bakker ineens van de snijmachine z’n unique selling point maakt.
Tot slot, beste PvdA: geld sturen naar de lerarenopleidingen? Dit is duidelijk een voorbeeld van een kusje op het voorhoofd geven terwijl de rottende kies er bijna uitvalt. Het is misschien te duur om scholen écht voldoende geld te geven voor goede ict-voorzieningen. Het is te duur om docenten meer voorbereidingstijd te geven voor hun lessen. Het ligt te gevoelig om docenten die niet ict-bekwaam zijn, te ontslaan. Maar ga dan niet een probleem oplossen dat er niet is. Alsjeblieft zeg, ik durf de stelling wel aan dat de ‘meeste’ digibeten niet te vinden zijn onder de pas afgestudeerde leraren. De jongste generatie is nota bene geboren in het internet-tijdperk en ict is al lang een onderdeel van lerarenopleidingen. Als we dan toch geld uit willen geven aan ict, geef leraren de tijd om een uurtje per week gezellig in een lokaaltje te gaan zitten klooien met digitale opdrachten, filmpjes, social media en al die dingen en geef alle docenten een tablet en smartphone ‘van de zaak’.
We kunnen een hele waslijst maken van ict-problemen in scholen. Heel erg simpel, de meeste dingen die ik zou willen kan ik niet doen omdat alle computers op school aangesloten zijn op een netwerk, je kunt alleen werken met de software waar licenties voor zijn en je moet administrator zijn om iets nieuws te downloaden/installeren. Als er iets aan de instellingen gewijzigd moet worden, mag ook alleen de administrator dat doen. Om gek van te worden. En nog zo’n typisch probleem; dat je de volgende dag op school komt en je geluidsboxen zijn verdwenen/opgeblazen. Of er is geen muis. Of de beamer is niet meer aangesloten op de vaste computer. Problemen die je misschien zelf kunt oplossen, maar het kost wel tijd. En/of je moet eigenlijk voor elke digitale les een plan B hebben; dubbele voorbereidingstijd dus. En ga zo maar door…
LikeLike
En niet alleen wegvallende wifi of rare dvd-systemen, ook het algehele gebrek aan smartboards in lokalen. Ik werk in sommige lokalen nog met een krijtbord goddorie!
Sommige lokalen hebben wel een smartboard, maar dan moet je een iPad hebben om aan te sluiten, anders kun je het smartboard niet gebruiken. Het ligt echt niet aan mijn ICT-kennis. Voorheen was ik webmaster en ik vind het nog steeds leuk om met html te klooien. Het ligt aan de mogelijkheden die scholen hebben om ieder lokaal te voorzien van een smartboard of docenten een iPad in bruikleen te geven als zij in zo’n speciaal lokaal zitten.
Ik vind het echt te kort door de bocht dat meer filmpjes en ICT in de les de oplossing zouden zijn. Een zoethoudertje voor leerlingen en docenten. Leerlingen moeten toch de stof leren die voorgeschreven is, daar is niets aan te veranderen. Hoe digitaal je het ook probeert te maken.
LikeLike
Reblogged this on X, Y of Einstein? and commented:
Ik ben momenteel het boek ‘Oversold and underused’ van Larry Cuban aan het (her)lezen en het is een absolute must voor beleidsmensen, maar ook voor critici tegen hervormingen. Deze zin uit deze blogpost zou er kunnen uitkomen: “In de laatste tien jaar zijn digitale leermiddelen de heilige graal van onderwijsvernieuwing/-verbetering geworden. Maar het zijn middelen, niets meer en niets minder dan dat. Alsof de bakker ineens van de snijmachine z’n unique selling point maakt.” Waarbij dus niet gesteld wordt dat die middelen geen meerwaarde hebben, maar dat ze ook niet alles bepalen of heiligmakend zijn.
LikeLike
Goede post waar ik ook veel gedachten bij heb.
Over de youtube films. Studenten vinden dat docenten moeten werken voor hun geld, ook als dit betekent dat leerlingen zelf minder leren. Actief leren? Dat kost vooral energie. Hapklare brokken graag, die je het idee geven dat je leert. Scoor je ook hoog in tevredenheidsvragenlijsten. Je zou kunnen zeggen dat als je als docent een 3 uit 5 scoort, doe je het goed: niveau voldoende maar ‘schurend’ genoeg om studenten tot echt leren aan te zetten.
En dan die vragenlijst: wat betekent “niet echt” goed.
LikeLike