Het leek me wel leuk, zo’n bootje waarmee je dan de Rotte kunt afvaren. De Rotte ligt (stroomt?) op steenworpafstand van mijn huis, tenminste, als ik zo knap ben dat ik vanaf mijn balkon een steen over een rij huizen kan gooien. Als je de Rotte naar rechts volgt, kom je in het centrum van de stad. Ga je naar links, dan loop je al snel in een authentiek stukje Hollands polderland met hier en daar wat horizonvervuilende Disney-villa’s. Mooi toch.
Laatst zag ik ook zo’n bootje gaan, een kleine gemotoriseerde sloep. De man bediende heel stoer de motor, de vrouw zat voorin elegant te zijn. Het ging alleen wat moeilijk, vooral voor de man. Hij schreeuwde het uit. Ik fietste langs de kant voor een rondje Rotte en keek in welke levensnood hij verkeerde, want hij schreeuwde als een varken. De nood was snel duidelijk: het stel werd achtervolgd door een boze zwaan. De vrouw bleef stoïcijns voorin zitten, de man schreeuwde en schreeuwde en dook ineen, steeds weer als de zwaan zich richting de boot stortte. Daarbij gaf hij flink gas, maar hij vergat in z’n paniek wel te sturen, zodat de zwaan steeds weer nieuwe kansen kreeg om zich op dit schattige stelletje te storten. Dit herhaalde zich zeker vijf keer.
Ik stak de Gordelweg over, de boot verdween uit mijn zicht. Aan de andere kant van de Rottebrug zag ik het stelletje weer. Ze dobberden nu rustig rond, ontsnapt aan het monsterlijke wezen aan de andere zijde van de brug. De man en vrouw gaven elkaar een high five. Dat vond ik bespottelijk.
Dus. Toch maar geen bootje.