Mijn zoon (9) kwam de woonkamer binnengerend, terwijl hij eigenlijk moest gaan slapen. ‘Ik wilde nog even zeggen: ik vind het zooooo leuk!’ Die hele middag had hij Het leven van een loser op zijn tablet gelezen. ‘Het is net alsof ik die mensen echt ken, alsof ze echt IN mijn leven zijn!’
Ik vergeet nooit hoe blij hij keek. Dát is leesplezier. Vrienden maken.
Identificatie en herkenbaarheid zijn grote motieven in de leesbevordering. Als je mensen aan het lezen wilt krijgen, dan zoek je verhalen waarin zij zichzelf herkennen, al dan niet in een onvoorstelbaar heroïsche of dramatische versie, of waarin thema’s en gevoelens inzicht geven in hun eigen leven. Herkenbaarheid = leesplezier. Niets kan op tegen het gevoel dat je op de laatste pagina van een boek afscheid neemt van een vriend.
Misschien wel niet van Jannah Loontjens wordt aangeprezen als zo’n boek. In de flaptekst lees ik: Hoofdpersoon Mascha ‘leidt een leven dat exemplarisch lijkt voor deze tijd’. We volgen haar leven vier dagen en ‘deze dagen schetsen een beeld waarin velen zich zullen herkennen’. Hmm. Misschien wel niet.
In een interview met NRC zegt Jannah: ‘Ik heb in deze roman een generatie willen spiegelen van dertigers en jonge veertigers die zich als studenten blijven gedragen, ook al hebben ze kinderen en een partner en een baan.’
De vraag is of ze geslaagd is in het spiegelen van deze ‘willoze generatie’. Ik zou me, als dertiger, als moeder, net als hoofdpersoon Mascha ooit student literatuurwetenschap, dan moeten herkennen in dit verhaal, in het beeld van deze generatie. Maar (heel gek!) ik snuif niet zo vaak waar mijn kinderen bij zijn, sterker nog, ik gebruik geen drugs. Vreemdgaan doe ik meestal niet met mijn partner en kinderen in huis en studentikoos is alleen mijn voorkeur voor makkelijke pasta’s na een dag werken. Nu kun je mij atypisch noemen, maar Loontjens zegt zelf in het interview ook:
‘[Ik] zit in al mijn personages een beetje, al laat ik ze dingen doen die ik zelf nooit zou durven, zoals dat uitkleden voor de webcam of coke snuiven met vrienden terwijl de kinderen in de kamer ernaast liggen te slapen. Ik heb het allemaal met enorm veel plezier opgeschreven, vooral de slotscène, waarin alles ontspoort. Ik heb echt hardop zitten lachen.’
Als je een generatie wilt spiegelen, gebruik dan geen lachspiegel!
Ik haak af bij hoofdpersoon Mascha, ik vind vooral de avonden en gesprekken met haar vrienden onecht, dat wil zeggen onrealistisch, niet per se ongeloofwaardig. De roman is prima geschreven, ik vind de situaties en dialogen met de kinderen, Mascha en haar man, de chatsessies, juist wel levensecht. Dat er een heel hoorcollege in het boek wordt opgenomen vind ik een verkeerde keuze, de boodschap had ook wel in een paar pagina’s minder gekund. Maar wat wél meer uitleg nodig had, is waarom Mascha is zoals zij is. Ik zou nog steeds ‘vrienden’ met haar kunnen worden als ik haar begreep – ik zou de beloftes van ‘spiegel van een generatie’ terzijde schuiven en ik zou door het boek begrijpen waarom zij zo’n extreem persoon is, zo’n coke-snuivende, sex-cammende moeder.
En de gegevens zijn er ook wel: Mascha’s moeder verdween toen zij nog een kind was, de moeder had ook een opvallend karakter, zag de wereld misschien wel met hetzelfde wantrouwen als Mascha ten tonele voert; Mascha kwam zwanger terug in Nederland na een studietijd in New York, de vader van haar eerste kind is zo goed als afwezig, haar tweede partner voedt dus het kind van haar ex op, haar kinderen komen op de leeftijd waarop zij inmiddels zonder moeder zat, haar oma overlijdt, haar vader komt bij haar in huis… Daar zit veel meer in dan nu in de roman aan het licht komt.
De suggestie dat ‘generatie Y’ willoos is en als studenten leeft, omdat we veel keuze en weinig verplichtingen hadden, klopt helemaal niet voor Mascha. Zij is juist geen (stereotype) vertegenwoordiger van haar generatie. En wie zij dan wel is, en waarom een generatie geen sportclub synchroonzwemmen is, dát had deze roman moeten vertellen.
Lees ook wat andere bloggers schreven over Misschien wel niet.
Hm. Ik herkende me ontzettend in dit boek. Terwijl ik geen coke snuif, niet vreemd ga en me niet als een student gedraag. Die verhaallijn maakt het boek voor mij gewoon vermakelijk om te lezen. Over een burgerlijk bestaan zonder excessen hoef je immers geen roman te schrijven. Het is een middel om de spanning erin te houden. De achterliggende boodschap (twijfelen over je keuzes, of je wel een goede moeder bent, of je wel het juiste beroep hebt gekozen) dáárin zit hem de herkenning. Heel treffend, vind ik.
Erg interessant om te lezen dat jij zo’n compleet andere ervaring had :-).
LikeLike
Mooi!
LikeLike
Prima verwoord!
LikeLike