Wat ik echt denk als ik een boek lees… Deel 1 bij Rebekka Bremmer: De evolutie van een huwelijk.
19 oktober 2014, t/m p. 30:
Oh mijn god. Wie noemt nou een personage Molly Bloem? Waarom? WAAROM? Dat dóe je toch niet. Dat hengelen naar intertekstualiteit, dat gedweep met James Joyce en dan ook nog van die halvegare stream of consciousness. En Anna K. Och jee.
Help, wie is wie? De personages lijken allemaal even oud, relaties worden niet duidelijk benoemd, focalisatie ligt bij verschillende personages. Erg onduidelijk allemaal… is dat dan echt de bedoeling of heeft er een redacteur zitten slapen? Ik zie het niet voor me.
Ooooh, het speelt zich in Nederland af. Ik dacht in Engeland. Of Amerika, of waar dan ook. Ik vond het al vreemd dat Frederick ineens Freek was geworden. Duidelijk nu.
En de tijdsstructuur? Vandaag, morgen, zomer. Baby Deirdre is er in ‘Vandaag’ en ‘Morgen’, maar wordt verwacht in ‘Zomer’, dus Zomer is terug in de tijd. Toch?
Maar ik ben te onaardig over de stream of consciousness. Ik wil best weten welke ideeën Masja over fictie heeft en ik wil ook wel een beetje puzzelen om dit boek te begrijpen. Als het maar een doel heeft.
(wordt vervolgd!)