Copycatfight 2

Ik nam afscheid op een werkplek waar ik maar een halfjaar gewerkt had, in 2004. ‘Welke boeken lees jij eigenlijk?’ vroeg een collega me op een van die laatste dagen. Ik hield een vlammend betoog voor mijn favorieten, van klassiekers als Couperus tot ‘kannibaal’ Ammaniti, voor alles wat literair, raadselachtig, melancholisch en stilistisch briljant is, voor al het uitzonderlijk mooie. Zij knikte. Later die dag kreeg ik De Eetclub cadeau.

Als ik niet al genoeg werk had aan mijn baan als docent, waarin ik regelmatig mag uitleggen waarom een ‘literaire thriller’ niet literair is, dan zou ik een rechtszaak aanspannen om te eisen dat boekenkaften het begrip ‘literaire thriller’ niet meer mogen dragen.

Nu las ik het vonnis* van de rechtszaak waarin Noort 29 ‘overeenkomsten’ tussen haar boek De eetclub en Stavorinus’ Het reservaat opsomde; en toen ik uitgelachen was om  ‘eenvoudig zwart jurkje’ en ‘einde: huwelijk lijkt gered’ als unieke kenmerken, dacht ik aan pindakaas. Ik dacht aan de pindakaaspotten van de Albert Heijn die uit de schappen gehaald moesten worden omdat ze te veel op Calvé leken. Elf andere producten mochten wel in hun Unilever-imitatiejasje voortbestaan. Waarom werd de pindakaas wel als een kopie gezien en de icetea niet? Hoe bepaalt een rechter zoiets? (* Het vonnis is te lezen op Dizzie.nl, met dank aan Bas Jongenelen voor de tip!)

Bij het auteursrecht gaat het om het ‘persoonlijk stempel’ van de maker. Een overeenkomst in woorden/stijl weegt al snel zwaarder dan een overeenkomst in thema’s of motieven. Hoe persoonlijk-creatief zijn vrouwen in zwarte jurkjes aan de witte wijn die voor foute mannen vallen? Of zoals Albert Heijn ook al zei: ‘Verpakkingen die modieus zijn, lijken wel vaker op elkaar.’ En de rechter zei het nu keihard in de volgende woorden – over het ‘happy end’: ‘Dit element is zo voor de hand liggend en triviaal dat daarachter geen creatieve arbeid van welke aard ook valt aan te wijzen.’ Au.

Toch zag de rechter wel gelijkenis op een paar punten. Maar het kan ook toevallig zijn dat twee boeken, twee producten, twee situaties op elkaar lijken. Dit weekend stond er een boeiend stuk over in NRC (Wetenschap, Margriet van der Heijden). Wij zijn als mensen geneigd overal patronen (dus: overeenkomsten) in te herkennen. ‘Op grond van patronen maken we toekomstvoorspellingen en besluiten we hoe de toekomst in te richten.’ Onze hersenen herkennen ook patronen waar ze er niet zijn, omdat wij dat nu eenmaal prettig vinden. Iemand die zeven keer geraakt is door de bliksem, dat kán geen toeval zijn. Twee keer wiegendood in één gezin? Moord (het verhaal van Sally Clark). Maar: het kan dus wel toeval zijn. Als je vier keer per jaar de jackpot kunt winnen, dan kan het ook gebeuren dat je ‘m vier keer achter elkaar wint. De kans is minimaal, maar het kan.

De kans dat je een literaire thriller schrijft en dat Saskia Noort je aanklaagt, is groter, denk ik.

Lees ook Copycatfight 1.

Vind je m’n blog leuk? Zou je meer willen lezen? Klik hier op de link en geef me een duimpje.


Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.