Er zijn steeds meer vechtscheidingen, lees ik wel eens in de krant – zonder duidelijke cijfers. Martin Sitalsing, directeur Jeugdbescherming Noord, suggereerde afgelopen zaterdag in NRC dat het moderne co-ouderschap oorzaak van al die vechtscheidingen is. Ik heb daar zo mijn twijfels bij, maar vooruit: het interview werd besloten met het idee dat hij graag meer zou weten van ouders die ‘goed’ gescheiden zijn. Goed dan, dit is wat ik je kan vertellen.
Een goede scheiding bestaat niet. Ja, de vrouw die voor haar achterlijke lossehandjesman vlucht; het overhaast getrouwde stel honeymooners zonder kids dat ‘niet had moeten zijn’; en het verstandshuwelijk dat alleen in cijfers geconsumeerd is, mag van mij óók in koelen bloede ontbonden worden. Maar de goede scheiding als tégenvoorbeeld van de vechtscheiding waarin ouders zichzelf en hun kinderen te gronde richten, is een mythe.
Waar ouders scheiden, breekt een werkelijkheid in stukken. Je leert je kinderen dat trouw voorwaardelijk is. Degene die vertrekt, leeft voor dat zijn/haar eigen geluk belangrijker is dan dat van anderen. Ook in huwelijken waar eerst lang geruzied is, menen kinderen lang na de scheiding nog dat hun ouders tóch bij elkaar hoorden. Je kúnt het niet goed doen, je bouwt iets nieuws op brokstukken van verdriet en valse hoop.
Maar dít bestaat wel: goed co-ouderschap.
Elke keer als ik met de vader van mijn kinderen op een tienminutengesprek op school verschijn, complimenteert de juf ons. ‘Wat goed dat jullie er ALLEBEI zijn.’ Schouderklopjes en applaus, terwijl dit toch het eerste uitgangspunt moet zijn: je bent voor altijd 100% betrokken, bereikbaar en beschikbaar in de opvoeding van je kinderen. Fifty-fifty is alleen de verdeling in huizen, je blijft 100% moeder/vader. Dat is het begin.
Wij zijn gescheiden zonder mediation, met één advocaat, zonder alimentatieregeling. We hebben het zelf geregeld. Ik denk dat veel, heel veel van de nahuwelijkse ellende in de financiële pijn zit. Een goede verstandhouding kan dan ook alleen als je financieel (enigszins) gelijkwaardig aan elkaar bent – en dat komt in Nederland niet zo heel veel voor.
Maar fuck het anderhalfverdienersmodel. Op het moment dat je gaat scheiden, heb je twee huishoudens, dus je móet twee keer de kost verdienen. Accepteer tijdelijke financiële ellende en maak samen een herstelplan. Doe wat je moet doen. Work your ass off als de kinderen bij de andere ouder zijn, woon goedkoop, eet goedkoop, bereken en verdeel je belastingvoordeel, deel een auto, eet één keer per week samen, eet bij opa en oma, vier vakantie bij opa en oma, word vaste klant bij de kringloopwinkel en voel je nooit, nooit te goed om iemand iets te vragen.
Volgens je kinderen is je ex een heilige, dus doe wat de paus zou doen: verklaar hem/haar zalig. (Alleen voor psychopaten, zedendelinquenten en oorlogsmisdadigers maakt de paus een uitzondering.) Met andere woorden: als je x jaar geleden dacht dat hij/zij een goede ouder was, dan is een gebroken hart geen reden om de ander zwart te maken. Nooit dus. Nooit en te nimmer niet. Als je problemen hebt met je ex, dan praat je daar met je ex over, niet met je kinderen. Net als vroeger, toen jullie allebei vol goede voornemens zaten, ‘niet ruziën waar de kinderen bij zijn’. Als je je mond niet kan houden, praat dan maar met een therapeut.
We zijn er nog niet. Na de scheiding komt de nieuwe partner. Omdat je niet meer getrouwd bent, en omdat je ook niet de moeder van je ex bent, hoef je helemaal niets te vinden van de nieuwe partner. Nee. Dat hoeft niet. Je hoeft het niet eens te weten. Dat is het mooie van co-ouderschap: daten doe je op je solodagen. Onenightstands, chatten en skypen en hoeren en sloeren met jan en alleman, wat je maar wilt, de kinderen zijn er niet.
Maar ja, wat als de nieuwe liefde serieus is? Echt serieus, echt echt serieus. Hoe ga je om met jaloezie (geef het maar toe)? Hoe deal je met dat gekke gevoel dat iemand anders jouw rol overneemt? Hoe ga je om met je opvolger? Er is maar één manier. Echt waar. Jullie zullen het niet leuk vinden. Er is maar één succesvolle manier: verwelkom de nieuwe ouder met open armen. Die open armen mag je figuurlijk of digitaal interpreteren – je hoeft niet echt te knuffelen, maar zonder openheid, zonder welkom, zonder kennismaking, gaat dit niet werken. Geloof me, een stiefouder heeft ook veel te accepteren: een paar kinderen en een ex als extraatje bij de nieuwe vlam. Maar weet je hoe tof het is als iedereen elkaar accepteert?! (Ik wel. Probeer het dus maar.)
Tot slot is dit het laatste gebod voor gescheiden ouders: geniet. Ontken nooit wat geweest is. Houd contact met je ex-schoonfamilie, zorg dat de kinderen hun opa’s en oma’s nog net zo vaak zien. Vier samen verjaardagen, als het kan. Zorg dat je er altijd bent wanneer het nodig is. Doe niet moeilijk. Praat over koetjes en kalfjes, praat over de kinderen, stop nooit met praten. Deel de foto’s van de kinderen, ze zijn schattig, ook als ze bij de ander zijn. Ze zijn mooi en knap, ook als ze op de ander lijken. Geniet van het geluk dat iedereen weer gevonden heeft: een huwelijk, een halfzusje, aaaah, een baby, lief. Vier het leven.
Ja Lennaert, je hebt gelijk dat ik scherp oordeel, hoewel ik van mezelf dat oordeel al ken, dus voelt het niet zo hard. Bedankt voor je reactie!!
LikeLike
Leuk dat je aan dit onderwerp aandacht besteed. Na de 4e alinea vind ik je blog een ongewone wending nemen, van beschouwend, verwonderend naar een persoonlijk relaas en vrij scherpe veroordeling voor hen die het niet zo als jij hebben gedaan of meegekregen, hoe jammerlijk voor de kinderen ook. Daar eindig je dan weer goed mee. Maar een beetje ondermaats stukje voor een vrouw, schrijfster van jouw kaliber.
LikeLike