Een moeder neemt haar kinderen mee op jihad in Syrië. De beelden op het journaal laten een schoolplein zien waar kleuters op een klimrek spelen – een vreemd gekozen beeld, omdat het doet denken aan trainingskampen. Gelukkig heeft de politiek een oplossing voor radicalisering: het onderwijs.
Op school leer je alles. Ik herinner me de lessen ‘verzorging’ in de jaren negentig waarin we milkshakes maakten, want we moesten leren koken. Daar leerde je ook over soa’s en verzekeringen. Loverboys, drugsgebruik, gezond eten, Zwarte Piet, het voorkomen van tienerzwangerschappen, maar ook gearrangeerde huwelijken staan al jaren op het lijstje. In de tussentijd veranderden de examenprogramma’s van wiskunde, geschiedenis en Nederlands, kwam rekenen erbij en we moesten wel/niet/wel/niet/wel/niet vaker naar het theater met de kinderen. En gym! Er zou meer gym moeten zijn, want kinderen bewegen niet na schooltijd!
Precies: na schooltijd. Ik zal het simpel stellen: wij kunnen binnen schooltijd niet oplossen wat er na schooltijd (wel of niet) gebeurt.
Wat gebeurt er wel binnen schooltijd? Ik zie mijn 150 leerlingen drie lesuren per week in groepen van dertig. In die tijd leren ze ALLES over de Nederlandse taal en literatuur en dat is moeilijk genoeg. Als ik de tijd neem om leerlingen persoonlijk te spreken, dan is dat voor een aanpak lezen/schrijven/spelling/grammatica. Mijn mentorleerlingen zie ik één lesuur meer, maar dan nog steeds met de volledige groep. Hoe goed leer ik hen echt kennen? Voor de duidelijkheid: vaak worden de radicaliserende tieners wel degelijk gesignaleerd op hun school: ik ken leraren die hiermee te maken hebben gehad en scholen die meldingen hebben gedaan. Natuurlijk, we doen wat we kunnen.
Maar wie gelooft dat we door slimme discussies en onderwijsleergesprekken de radicale ideeën van jongeren kunnen beïnvloeden, heeft te veel mooie Hollywood-films gezien: Dead Poets Society, To Sir With Love, Die Welle, Good Will Hunting, Dangerous Minds. Geweldige dingen gebeuren daar. Een invaller komt op een school en maakt een hele klas succesvol. Eén project en geen van de leerlingen zal ooit nog discrimineren. Perfecte reclamespotjes voor een baan in het onderwijs: inspirerend! Maar ver van de werkelijkheid. Normen en waarden leer je al veel eerder, thuis, in je familie en op straat. De echte radicalisering gebeurt vaak veel later – de Maastrichtse moeder, zat zij nog op school? Als we inmiddels echt begrepen waarom mensen radicaliseren, en waarom een moeder haar kinderen meeneemt naar Syrië, hadden we – op school of waar dan ook – dit probleem allang gefikst.
Toch geloof ik wel dat onderwijs iets kan betekenen: de kans op succes. Zonder diploma en zonder een goede ervaring in het meedraaien in zo’n ‘samenleving in het klein’ lijkt mij de kans op radicalisering groter. Wie zich in sociaal(-economisch) opzicht buitengesloten voelt, kan een somber beeld van de samenleving hebben. Wie radicaliseert, probeert van slachtoffer winnaar te worden. Dus moet het onderwijs niet te veel slachtoffers maken. Daarmee bedoel ik niet alleen dat iedereen een diploma moet halen, maar dat je op school ook leert een bredere blik op de wereld te krijgen. En ik geloof niet dat we daarvoor een cursus nodig hebben, dit zijn toch altijd al doelen van het onderwijs geweest.
Vindt de politiek dat toch niet genoeg? Geef ons dan eerst maar eens de tijd: meer vrije uren om echte gesprekken met de kinderen te voeren. Dat niet alle scholen en niet alle leraren en leerlingen behoefte aan antiradicaliseringsgesprekken hebben, vind ik helemaal niet erg. We kletsen de tijd wel vol.