Wat ik echt denk als ik een boek lees… Deel 2 bij Rebekka Bremmer: De evolutie van een huwelijk.
21 oktober 2014, t/m p. 91:
De tijdsstructuur is nu redelijk helder. Het verhaal gaat uit van één dag, bespiegeld vanuit ‘Vandaag’, ‘Gisteren’ of ‘Morgen’. Daarnaast zijn er hoofdstukjes die wat uitgebreider zijn en ook meer achtergronden duidelijk maken, ‘Zomer’, ‘Herfst’, ‘Winter’, maar dit speelt, voor zover ik het nu begrijp, in hetzelfde jaar.
Broer Freek gaat (in de herfst van dit jaar) op bezoek bij zijn broer Bastiaan. Bastiaan is samen met Masha en heeft twee dochters, Molly Bloem en Anna Karen, tieners. Shannon is de vrouw van Freek, zij hebben een baby gekregen in de zomer, Deirdre. Met Deirdre zijn ze op bezoek, maar in het allereerste hoofdstukje gaan ze alweer naar huis omdat er een aardbeving is geweest in Nieuw-Zeeland.
Ik dacht dat dat kort na hun aankomst was en dat ‘Vandaag’, ‘Gisteren’, ‘Morgen’ ook in de herfst waren. Later begrijp ik pas dat de baby er ook nog is in de winter, dat dat dus betekent dat ze van herfst (begin november) tot winter gebleven zijn.
Maar er is meer aan de hand: Masha vond Freek altijd al de leukere versie van haar man. En wie is ‘Constance’ over wie ze in de winter plots begint? Molly Bloem is verloofd met een moslimjongen, Berk. En ‘Morgen’ is de dag waarop Freek en Masha alsnog gaan trouwen (toch?), twintig jaar nadat ze hun eerste housewarming vierden. En wat gaat Molly Bloem die dag doen met haar verloofde…?
Wat ik nog niet helemaal begrijp: de toegevoegde waarde van de wisseling in perspectief (gaat het verhaal over Molly Bloem of over Masha?) en van de herhalingen. Op p. 57 (hoofdstuk 2, Vandaag) zien we Molly Bloem opnieuw thuiskomen zoals ze op de beginpagina thuiskomt. Alleen lezen we nu veel meer over haar en over de familierelaties, informatie die in het eerste hoofdstukje miste. Waarom is het nu wel ‘oom Freek’?
Waarom wordt het de lezer moeilijk gemaakt als het gaat om tijd en personages? Dat leidt enorm af van het verhaal, de personages en hun relaties. Van alle gedachten van Masja en Molly Bloem, die beiden (!) voortdurend (tussen onnodige haakjes) bezig zijn met de verhouding tussen leven en fictie.
p. 87: Misschien moest ze haar verhaal toch vanuit de ik-persoon vertellen. Het was autobiografisch, dat kon ze moeilijk ontkennen. Natuurlijk zou ze zichzelf wat mooier maken, misschien wat extraverter, wat meer als Anna K. Maar aan Berk hoefde ze gelukkig niets te veranderen, die was al perfect zoals hij was. Ze zou de negatieve kanten moeten uitvergroten, de geheimhouding, de vooroordelen. Een happy end zou het niet kunnen worden, zonder frictie geen fictie. Ze zou er een fictief einde aan moeten maken, een onverwachte wending, iets dramatisch.
(wordt vervolgd!)
Lees hier Deel 1 van mijn leeservaring bij Rebekka Bremmer, De evolutie van een huwelijk.