Deze zomer las ik vele boeken en ik maakte allerlei notities en foto’s om later nog eens te delen. Het onhandige was dat ik veel boeken op mijn e-reader las en oh, mijn geheugen. Nu schijnt het lezen van e-books ook minder goed te werken voor het geheugen omdat je bij een papieren boek ook onthoudt waar in het boek iets stond (bijvoorbeeld, op een derde van het aantal pagina’s, rechts, bij het begin van een hoofdstuk). Maar gelukkig hebben we de notities nog.
De meeste van deze boeken zijn te lezen via de Bibliotheek online, die een verschrikkelijke zoekmachine heeft, maar ik geef je deze tips zodat je het bladeren kunt overslaan…
Je wist het toch – Josepha Mendels
Zo was er het fascinerende Je wist het toch van Josepha Mendels, oorspronkelijk gepubliceerd in 1948 en daarmee toch wel een van de eerste boeken die een echt inkijkje geven in het leven tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het boek gaat over de oorlog, over antisemitisme, over liefde en seks, het is een boeiend en komisch relaas, maar ook een absurdistisch spel tussen mannen en vrouwen. Soms schrijft Mendels simpel en dan weer mooi: ‘Melancholie is die ochtend tegelijk met de melk gekomen.’
Niets te verliezen en toch bang – Renate Rubinstein
Elke Geurts – Ik nog wel van jou
Van Renate Rubinstein las ik Niets te verliezen en toch bang; over echtscheiding (1978). Dat leek me een mooie nadat ik dit stuk van Jamal Ouariachi had gelezen over de autobiografische echtscheidingsboeken van Elke Geurts (Ik nog wel van jou) en Henk van Straten (Berichten uit het tussenhuisje). Ouariachi zegt over de recente echtscheidingsboeken het volgende: ‘De twee zoons van Van Straten zullen er heus geen zware trauma’s aan overhouden, vermoed ik (hoop ik), maar het gaat om de intentie van de vader-auteur: dat je jouw artistieke ambities laat prevaleren boven het belang van kinderen die daar niet om hebben gevraagd en die jij geacht wordt te beschermen tegen de grote boze buitenwereld. Het verbaast me dat iemand daar zo lichtzinnig mee omspringt.’ Vervolgens maakt Ouariachi onderscheid tussen de boeken van Van Straten en Geurts, want Geurts heeft er meer fictie van gemaakt, Van Straten gebruikt de platte werkelijkheid, en Geurts doet dat stilistisch ook beter. Het boek van Elke Geurts las ik ook.
Rubinsteins werk, ‘in paniek geschreven’, ontstond toen ze door haar man verlaten was. Er moest brood op de plank komen en ze kon over niets anders schrijven. Daarbij hoopte ze haar man ook terug te schrijven. Het is treurig en het is mooi en het is ook wel eens grappig. ‘Want het moge dan zo zijn ‘eerst komt het neuken en dan de moraal’, maar de moraal komt dan toch maar, ook al had niemand gedacht dat ze er nog steeds is.’
In Ik nog wel van jou probeert de hoofdpersoon haar man ook terug te schrijven, ‘mijn gezin met de taal weer bij elkaar te krijgen’. Ze kent het boek van Rubinstein: ‘Bij Renate Rubinstein heeft het zo niet gewerkt. Buiten het feit dat ik dat wel onbegrijpelijk vind, wil dat niet zeggen dat het ook bij mij niet werkt.’ Het is ook een prachtig verhaal, al wil ik de hoofdpersoon regelmatig door elkaar schudden omdat ze lang blijft vasthouden en hopen.
Maar ik heb er moeite mee, met Ik nog wel van jou. Het is (net als bij Rubinstein) het verhaal van de verlatene en daar voel ik me misschien ook ongemakkelijk bij, want ik was een verlater. Anders dan bij Rubinstein gaat het hier over een echtscheiding met kinderen, waar Geurts nog steeds over schrijft en waar haar kinderen nog steeds mee te maken hebben.
In deze zelfde zomervakantie – even op een zijpad – lazen mijn jonge tienerkinderen (11 en 13 jaar) het boek Mama Tandoori van Ernest van der Kwast. Het is een grappig boek, het is soms een beetje treurig, het leest lekker weg en mijn zoon ging volledig mee in het idee dat ‘Mama Tandoori’ ook echt de moeder is van de schrijver Ernest van der Kwast. Hij wist wel dat ik-persoon en schrijver niet dezelfde personen zijn, maar sommige details zijn zo echt, ‘dat verzin je gewoon niet’.
Als mijn ex-man een schrijver was, dan had hij misschien een boek gemaakt over onze scheiding. Of ik had dat al kunnen doen. En dat zou nog veel erger zijn geweest dan de werkelijkheid, want een schrijver kiest de meest dramatische scènes. Maar nee, de werkelijkheid is toch nog veel erger, want het erge aan de werkelijkheid van een scheiding met kinderen is, ja, dat het écht is. Maar erg of niet, wat je tot fictie maakt, wordt wel de werkelijkheid voor lezers, zie Mama Tandoori. En toevallig ben ik de schrijver en dan heb ik dit middel in handen, ik heb de gereedschappen om een vals voorwendsel te creëren, een machine om de geschiedenis te herschrijven terwijl die plaatsvindt, en de ander niet. En dat vind ik persoonlijk een onmogelijke gedachte: dat je voor de literatuur de geschiedenis van je kinderen vervalst.
On Chesil Beach – Ian McEwan
In The Berlin Book Nook, een fantastische Berlijnse boekwinkel met tweedehands Engelstalige boeken, kocht ik On Chesil Beach van Ian McEwan. De verkoper, een fantastische Brit die trouwens overal ter wereld gewoond had en die leraar geweest was, zei dat het boek prachtig was als je houdt van boeken waarbij je je intens ongemakkelijk gaat voelen. Hij had geen woord te veel gezegd. Ik vond het boek zo goed dat ik de film niet durfde te gaan kijken.
The Great Gatsby – F. Scott Fitzgerald
Van dit boek had ik de film juist al wel gezien, maar dat maakte niets uit; want oh, mijn geheugen, ik wist het einde toch niet meer. Ik las het nu op weg naar Berlijn in een ramsj-editie die ik onlangs op de kop had getikt en: wat een heerlijk boek. ‘Do you always watch for the longest day of the year and then miss it? I always watch for the longest day in the year and then miss it.’
Peachez, een romance – Ilja Leonard Pfeijffer
De hemel boven Parijs – Bregje Hofstede
Vossenblond – Rascha Peper
Drie romans waarin een (hoog)geleerde meneer het aanlegt met een jonge vrouw. Van Peachez was ik duidelijk niet gecharmeerd. Vossenblond was mij iets te voorspelbaar en te onvoorzichtig toevallig. Als ik het zou samenvatten, dan zou je denken dat ik een verhaallijn van GTST aan het uitleggen was. Bij Blauwbaard van Pauline Slot had ik dat gevoel trouwens ook. Nee, lees dan De hemel boven Parijs. In dit rijtje toch de mooiste.
De rest geef ik jullie zonder verdere notities of citaten. Allemaal het lezen waard, allemaal te vinden in de onlinebibliotheek en vast en zeker ook in de betere boekhandel.
Euforie – Christiaan Weijts
Zonder noorden komt niemand thuis – Nelleke Noordervliet
De droom van mijn moeder – Alice Munro
Nultijd – Juli Zeh
De leesclub – Renate Dorrestein
Je moet veel van mannen houden – Marie Darrieussecq
Hoogmoed – Rashid Novaire
Nacht over Westwoud – Wanda Reisel
Alle dagen laat (dagboek) – Mensje van Keulen