Na een paar maanden zoeken had ik het gehad met rotte funderingen. Hoe charmant een oud huis ook is, het is toch weinig charmant als je al een funderingsonderzoek moet laten doen voor je kunt gaan onderhandelen. Zal ik dan, dacht ik heel voorzichtig, zal ik dan eens in een nieuwbouwhuis gaan kijken?
Dat is nogal wat, hoor. Mijn wanhoop is blijkbaar groot, nu misschien wel groter dan mijn vooroordelen over nieuwbouw. Want nieuwbouw is saai, dat ten eerste. Nieuwe huizen hebben geen ziel. Ze hebben wel allemaal van die gekke ventilatiedoppen aan het plafond in plaats van schattige bovenraampjes. Volgens sommige mensen krijgen we dankzij die ventilatiedoppen ook enge ziektes en luistert Barack Obama himself al onze gesprekken af via deze kanalen. In nieuwbouwhuizen wonen geen leuke mensen – ík woon er immers ook niet. In nieuwe straten weet niemand de weg, er zijn navigatiesystemen die je straat zelfs niet kunnen vinden. Zit je daar in je mooie huis, alles glimt en werkt, maar het is er niet gezellig en niemand komt bij je langs, want ze weten je niet te vinden en het enige wat je hoort is je eigen echo, want het echoot goed tussen al dat prefab beton.
Maar ik wilde het proberen.
Een nieuwbouwhuis, is dat toch wel wat voor mij? Lees verder op Stadslog.
Wil je meer lezen over mijn huizenjacht? Bekijk ook: