Geachte Beste Geachte
Beste uitgever,
Graag deel ik met u mijn gedachten over uw acquisitiebeleid. Om een voortreffelijke fondslijst als de uwe te beheren, moet u immers ook een goed functionerend acquisitiepanel hebben. Ik denk dat u altijd wel openstaat voor verbetering. Daarom vertel ik u mijn klacht: ik heb van u nog geen afwijzingsbrief ontvangen.
Ik besteed veel zorg en aandacht aan het opbouwen van mijn oeuvre. Ik vraag niet de minste uitgevers om een bijdrage; ik selecteer op literaire verwantschap en laat mijn verzoeken het liefst volgen op soms onverwachte en kortstondige, maar altijd inspirerende literaire bi- of multilateraaltjes. Toch is mijn oeuvre nog lang niet compleet: hoewel ik een aantal fraaie, uitvoerige, zelfs persoonlijke afwijzingsbrieven ontving, die uiteraard ingelijst aan mijn Wall of Shame hangen – en ook wel één of twee standaard berichten, kort maar krachtig, heerlijk – blijven de laatste plekken opvallend leeg.
Natuurlijk zoek ik naar de betekenis van deze omissie. Vraag ik misschien te veel, als ik al na een paar maanden een bericht verwacht van een uitgever die ik wat werk heb toegestuurd? Zendt de uitgever mij een boodschap, een uiting van nihilisme? Wellicht vertelt dit niet-gezonden bericht dat de uitgever niet niet geïnteresseerd is, wat bijna een wel is, maar ik weet wel dat dat het niet is. Hoe dan ook: ik zit met de lege plekken op de muur.
Misschien heeft u de tijd niet om een persoonlijke bijdrage aan mijn oeuvre te leveren. Of staarde u urenlang moedeloos naar uw scherm, kauwend op een Bic-je, om de woorden te vinden voor een nieuw literair meesterwerk, want afwijzingsbrieven zijn meesterwerken, dat weet ik na al die jaren wel. Maar schroomt u toch niet! Ik zal geenszins van slag raken als zo’n ruw concept plots wel in mijn mailbox belandt! Sterker nog, het is mogelijk dat ik licht opgewonden raak van wat Jack Kerouac ook wel spontaneous prose noemde, al weet ik niet of hij daar ook afwijzingsbrieven mee bedoelde. En ik zal u nog meer vertellen: ook een standaard afwijzing geniet mijn goedkeuring. Laten we eerlijk zijn: de standaard afwijzing is zo onpersoonlijk dat zij postpostmodern te noemen is, hoewel ik er zelf voor kies zo’n tekst vooral deconstructivistisch te lezen. Zo’n bericht biedt zoveel mogelijkheden, het is immers een zeer geperfectioneerde, efficiënte en uiterst rake manier om aan het werk van een kunstenaar bij te dragen. Het liefst ontvang ik zo’n bericht dus zonder naam in de aanhef: de Nieuwe Nieuwe Zakelijkheid. Zo hartverwarmend.
Daarom vraag ik het u nog één keer. Kunt u zo vriendelijk zijn mij een reactie te geven op mijn werk? Ik zou u zeer erkentelijk zijn. Als u noch mijn manuscript wilt uitgeven, noch de moeite wilt nemen mij hiervan op de hoogte te stellen, dan kan ik niet anders besluiten dan u een zacht afdalen in een ontzagwekkende accumulatie van fecaliën toe te wensen.
Nou doei!
Nou, moet dat boek er komen of wat? Klik hier en steun mijn schrijfwerk met een duimpje!