Laatst bleven een paar jongens uit 4 havo nog wat kletsen na een les. We hadden het over het nut van een diploma. ‘Wat verdien jij dan?’ vroegen ze. Ik moest even nadenken. Wat verdien ik ook alweer? Is er een reden om het hun niet te vertellen? En ik dacht aan de flauwe grap die dan vaak volgt: ‘Ik verdien heel veel, maar ik krijg te weinig.’ Maar ik geloof dat het taboe op dit onderwerp mensen verhindert om een goede kijk erop te hebben, ook jonge mensen. Dus ik zei: ‘Ruim tweeduizend netto per maand. 40, 45.000 bruto per jaar. En ik werk vier dagen per week.’ Ze dachten een paar tellen na. Eén van hen antwoordde: ‘Nah, da’s best aardig.’
Best aardig: zo denk ik er ook over. Zo promoot de overheid trouwens het werken in het onderwijs ook (www.werkeninhetonderwijs.nl: ‘Als leraar verdien je een aardig salaris.’) Ik kan ervan leven, ik heb een koophuis, ik kan op vakantie. Maar volgens mij zijn er twee belangrijke factoren die ervoor zorgen dat veel leraren vinden dat zij onvoldoende loon krijgen. Idee 1: Ik moet wel erg hard werken voor een ‘wel aardig’ loon. En idee 2: Mijn loon is lager dan wat anderen op mijn werk-/denkniveau verdienen.
Zo begint mijn bijdrage aan het boek Loonfatsoen. ‘Wat verdient u per maand? Is dat genoeg?’ Dát was de vraag bij het maken van dit boek. Hoe denken wij over ons loon? Zijn de loonverschillen in Nederland redelijk, of juist niet? Ik probeerde met (voormalig) onderwijsbestuurder Leo van Beek deze vraag te beantwoorden voor het onderwijs.
In Loonfatsoen, gemaakt onder redactie van Margo Trappenburg, Wout Scholten en Thijs Jansen worden de achtergronden bij loonverschillen beschreven. Daarnaast lezen we ook hoe het zit met het loon van de huisarts, wijkagent, notaris of ziekenhuisbestuurder… om er maar een paar te noemen.
Praten over loon een taboe? Dan gaan we er maar over lezen. Lees het boek!
Michelle van Dijk 
Een reactie op “Loonfatsoen: krijgen docenten een eerlijk loon?”