Jean Genie

Ze zocht naar een muntje in haar zak. Dan kon ze naar een telefooncel lopen en haar vader bellen. Het was lang geleden dat dat kon. Dan kwam hij haar van het station halen met de rood-paarse eend die rook naar tabak en oude kleren. Dan zei hij: ‘Gaat het, meisje?’ en dat was genoeg. Meisjesproblemen zijn groter dan de wereld, dat begreep hij of hij deed heel goed alsof. Haar moeder vond dat niet zo nodig. ‘Van mij krijg je geen medelijden hoor!’ riep ze als haar dochter stampvoetend en met deuren slaand naar haar kamer verdween. ‘Medelijden is voor kindertjes in Afrika. Net als honger en malaria.’ In de auto zei haar moeder altijd: ‘Doe je gordel om. Straks gebeuren er ongelukken. En dan ben je net een watermeloen. Een watermeloen die van een flat valt. Splatsj.’

Hier was geen vader of telefoon in de buurt en de tijd waarin je kon bellen met een muntje leek meer dan een leven geleden. Haar mobieltje deed het al zeker een uur niet meer, niet omdat ze nu in het buitenland was, maar omdat ze al zo lang op het festivalterrein was met nog eens tienduizend, honderdduizend mensen.

‘Ik ben Jeanny,’ zei ze tegen de jonge man naast haar. Het leek wat zinloos om een gesprek te beginnen. Na vandaag zouden al deze mensen liever wat afstand van elkaar nemen, de afstand die nu ontbrak, de ruimte om te ademen.

Hij keek wat nors, maar hij zei ook zijn naam: Jens.

Haar vriendinnen noemen haar Jean Genie, naar het nummer van David Bowie: Let yourself go! Haar vriendinnen, een clubje van vier, vijf of zes afhankelijk van liefdesverdriet en zwangerschapspijntjes, vrouwen van in de dertig, knap en zelfstandig, altijd bezig met mannen en werk en kinderen of nog geen kinderen en heel veel drank en lekker eten, hoge laarzen, korte rokjes, hebben voor Jeanny ook een reclameslogan bedacht: helpt mannen de midlifecrisis door. Maar dat is natuurlijk slechts een van haar kwaliteiten, eentje waar ze op dit moment bijzonder weinig aan had.

Jeanny werd geboren als Janet (Sjanet), haar ouders gaven haar die naam op een bruinoranje jaren-zeventig-dekbed na een bloederige thuisbevalling in een krappe slaapkamer van een flat in een buitenwijk van Rotterdam. Het flatgebouw was zo groot en er waren nog zoveel meer flats in de omgeving dat Janets moeder steeds weer bedacht dat er op hetzelfde ogenblik nog ergens in een van die krappe slaapkamers een kind gebaard werd, dat er zeker ook nog ergens een kind aan de borst gelegd werd, misschien drie verdiepingen onder haar, dat ergens een luier verschoond werd, dat weer ergens anders een kind verwekt werd of men deed tenminste alsof en je zag en hoorde er misschien niets van, maar je wist dat je niet alleen op de wereld was. Dat is waarom sommige mensen graag in flats wonen.

Janet groeide op met discorolschaatsen en Paulus de boskabouter, met heel veel vriendinnetjes met wie ze kon elastieken en stoepranden, maar dat was lang geleden, dat er altijd iemand was op de pleintjes tussen de flats, dat je met z’n allen ‘Tante in Marokko’ bij een kampvuur zong en op de fiets naar de middelbare school ging met zo’n grote tas achterop en een eerste zoen kreeg in een buurthuisdisco. Nu was ze 35 en alleen. Er was een man geweest die haar verlaten had, een gesjeesde reclameman die altijd pakken zonder stropdas droeg en elke dag een schoon overhemd en zij had een andere man gedumpt omdat, zoals dat gaat, omdat het onvermijdelijk was, omdat hij een lul was, omdat ze niet meer wilde, omdat zij een trut was, omdat ze vrij wilde zijn, omdat elke dag hetzelfde was, omdat ze niet klikten, omdat ze een nieuw leven wilde, omdat hij nooit iets nieuws wilde, omdat ze altijd aan een ander dacht, zelfs of vooral in bed, omdat ze dacht dat hij dat vast ook dacht, maar dan met een andere ander, omdat niemand wilde dat dit heel lang zou duren, dat wist iedereen toch, dat dacht zij tenminste dus daarom allemaal.

‘Deutsch?’ vroeg zij. Hij knikte. Er gebeurde nu niet veel. Het geschreeuw was even weg. Een zeldzaam moment. Het was warm. Jeanny wist niet of het ergste al geweest was of nog moest komen. Ze wist niet of dit een allesbepalend moment in haar leven was, maar wat deed dat ertoe? Wat deed er überhaupt nog toe, deed zij ertoe? In deze mensenstroom leek niemand ertoe te doen. Sterker nog, misschien was dat wel goed: niet opvallen, niet uitsteken, ook niet kleiner, dunner, zwakker zijn dan de rest, maar gelijk aan alle anderen, zodat de stroom rustig voortrolt. Zodat je niet vertrapt werd. Aanpassen om te overleven. Lang leve de middelmaat. Ze dacht aan een kudde gnoes. Zou er ooit een gnoetje, een lief klein gnoetje, vertrapt worden door zijn broers of zusjes? Ze bedacht dat ze daar niet aan moest denken. Ze zou liever haar ogen dicht doen en vergeten waar ze was. Het was warm. Heel warm.

Jens sprak haar weer aan. Ze verstond hem niet.

‘Wat?’ zei ze, en daarna: ‘Entschuldigung, mein Deutsch ist nicht so gut.‘

‘Ah,’ zei hij, ‘bist du Holländisch?’ Ze knikte. Zo heel warm.

Jens was zo’n jongen met een kaal hoofd. Sportschooltype. Eén keer had ze per ongeluk zo’n figuur mee naar huis genomen, zoiets vergeet je nooit, zo’n glimmende roze kop tussen je dijen. Jeetje, wat treurig. Het was natuurlijk te verwachten: die jongen doet z’n oefening in drie keer vijftien keer op en neer en klaar. Eiwitshakes. Ze herinnerde zich dat ze om dat woord gelachen had met haar vriendinnen, maar ze wist de grap niet meer.

Nu ziet ze steeds weer die bowlingbal tussen haar benen. Je kunt je duim in z’n mond doen en twee vingers in z’n neus; dan kun je ‘m de goot in slingeren, weg, ver weg.

‘Did you come here with friends?’ vroeg Jens.

Ze antwoordde: ‘Yes. I mean, no. I mean…’ Jacqueline was halverwege naar huis gegaan met de ene of juist de andere wijvenkwaal. En het was nog wel haar idee om hiernaartoe te gaan. Jeanny had ook nee kunnen zeggen, maar haar tweede slogan was go with the flow. Ze vertelde Jens kort over de reis hiernaartoe in haar kleine rode autootje. Ze vertelde het grappig en Jens moest lachen en misschien dachten ze één minuut niet aan de menselijke wals die ze geworden waren – tot er weer beweging was.

Synchroon bewegen, dacht Jeanny. Dat is alles. Als gnoes. Meedeinen. Als een veld vol tarwe in de wind. Voetje voor voetje voor voetje en dat was het weer. Synchroon ademen nu. Alsof je in slaap was gevallen met een mannenarm over je borst; net een beetje te weinig zuurstof. Jeanny dacht niet na over de beetjes zuurstof die ze tekort kwam. Jeanny probeerde daar niet over na te denken. Jeanny dacht ook niet aan hoe al die beetjes bij elkaar samen ook wel gezien konden worden als een enorm tekort, als ademnood, als reden tot flauwvallen. Jeanny probeerde met de massa mee te gaan, go with the flow. Ze voelde onvaste grond. Een kuil in de weg, een gat in het asfalt. Niet wegzakken. Ze zag zichzelf wel flauwvallen, struikelen, het zou toch zomaar kunnen, stel dat ze viel, wat als ze viel, wie zou dan, wie zou haar dan vasthouden nou wie dan nee niemand dus. Niet naar beneden kijken. Niet naar beneden kijken. Het kan ook iets anders zijn, iemand z’n tas ofzo. Als je je nek buigt, dan breek je. Denk aan het tarweveld. Niet naar beneden kijken. Maar wat is dat, waar sta ik op? Niet doen. Niet doen.

Jens vertelde over zijn vriendin. Hij was haar kwijtgeraakt in de massa vandaag. Jeanny was blij met de afleiding. Ze vroeg hoe ze eruitzag, zijn vriendin. Hij gaf een beschrijving. Zij dacht weer aan sportschoolmannen. Jacqueline had gezegd: ‘Weet je waarom bodybuilders altijd beffen na het neuken? Ze willen hun eiwitshake terug.’

‘I’m sure your girlfriend’s okay,’ zei Jeanny. Niet naar beneden kijken. Ze zag een schoen. Dat was alles, een schoen. Iemand had z’n schoen uitgedaan. Of was die kwijtgeraakt en je kunt natuurlijk niet bukken in die mensenmassa. Meer zag ze niet. Meer was er niet. Nu weer naar voren kijken. Het patroon ontdekken in de kruin van de jongen voor haar. De rode eend, dacht ze, de rode eend.

‘Ja,’ zei papa, ‘ik kom je halen.’ Ze was vijftien jaar en aan de kant gezet. Jean Genie, loves to be loved, dat was haar derde tagline. Daar was alles ineens weer: een grote groep vrienden, nachtzwemmen en een kampvuur. Zoenen op een schooldisco. Schaatsen en rondjes om elkaar heen draaien. Schaatsen en samen vallen. Nerveuze kennismaking met de ouders. Een hand onder haar shirt, een ladder in haar panty. Met de tram naar zijn huis, bijna verdwaald. Daar stond hij bij de tramhalte. Naar de film, de nieuwe James Bond. Ze durfde nooit iets te zeggen. Ze deed met hem mee, maar durfde zelf niets. Dat wist ze zelf ook wel, dat ze zo’n konijn was. Maar als je niets zegt, kun je ook niets verkeerds zeggen. Go with the flow. Dat bankje in de stad waar ze toen gingen zitten. ‘Of zullen we toch daar gaan zitten?’  zei hij. Daar maakte hij het uit. Zij liep weg en hij streek nog eens over haar haren. Ze had die arm weg willen slaan. Had ze dat maar gedaan.

‘Gaat het, meisje?’

Het gaat niet, papa. Ik kan niet stoppen met denken. Waar een schoen is, is een been. Waar een been is, is een lijf. Waar een lijf is, is een hoofd. Een watermeloenenhoofd. Oh heb medelijden met de gnoes, de arme gnoes in Afrika.

Ik moet hier weg.

Jeanny,’ zei hij. Jens greep haar arm. Later wist ze niet meer of hij het in het Duits of Engels gezegd had. ‘Als jij valt, trek je ons mee. Blijf staan.’

Ergens, dacht Jeanny, ergens in deze massa is iemand die hetzelfde denkt, ergens bedenkt nu iemand dat er een lichaam platgedrukt wordt, ergens denkt iemand aan sportschooltypes in bed, misschien drie meter verderop wel, een ander droomt van de eerste liefde die verloren ging of van de kruin als metafoor voor een oneindige levenscyclus, en ja, iedereen hier denkt dat hij weg moet maar dat kan niet, iedereen is bang om te vallen of bang om meegesleurd worden, iedereen is in paniek en ergens op de wereld wordt een kind verwekt, gebaard, aan de borst gelegd en verschoond, op andere plekken wordt gedanst, gegeten, gedronken, gezongen, maar als jij valt, val ik ook. Dus blijf staan.


Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.