Het is een kunst: jezelf voortdurend in beeld zien en er niet misselijk van worden. Kim Kardashian kan het. En dichterbij huis: Heleen van Royen. In Amerika zijn veel onderzoeken gedaan naar het verband tussen sociale media zoals Facebook en Instagram en narcisme, maar men heeft de kip-eikwestie nog niet opgelost. Kim en Heleen hielden vast al van de camera toen die nog met de hand doorgedraaid moest worden, zoals ik al krantjes schreef op de basisschool. Maar laten we eerlijk zijn, een goede dosis selfisme is goed voor je; niet omdat je er een beter mens van wordt (ook niet slechter, vind ik), maar omdat je anno 2015 zonder beeld niet bestaat.
Dus daar stond ik in m’n klaslokaal te poseren omdat ik iets over het lerarenregister had gezegd (lees hier). De jongens uit 5 havo lachten, de meisjes gaven me advies. ‘U moet uw hand even door uw haar halen! Zo.’ Ze deden het even voor. ‘Anders staat het zo saai.’ Ik probeerde het en vroeg hun goedkeuring. Eén van de dames stapte naar voren en arrangeerde mijn haar. Ik lachte nog eens lief naar de camera. Later bedacht ik dat ik er misschien wel saai uit zou móeten zien. Een scheiding in het midden is toch geen stijlzonde als je 34 bent?

En ik staarde naar mezelf op camera. Het onderwijswebinar vond plaats op de Dag van de Leraar, maar is nog steeds terug te zien (klik hier, ‘open webinar’, wel eerst aanmelden en dan opstarten). Ik vond het, nou, niet slecht, best aardig om mezelf zo terug te zien. Narcistisch? Mwah. Misschien is het wel een vaardigheid om jezelf goed voor de camera te presenteren en het is me gelukt! Niets mis mee.
Maar zondag keek ik wéér een fotocamera in, omdat het toch eens tijd was voor nieuwe foto’s. Als je hier en daar wel eens optreedt, en mensen vragen om een foto, kan dat niet langer dan twee jaar dezelfde zijn, toch? Ik bekeek de foto’s en moest kiezen. Lachen of boos? Ik dacht er langer over na dan goed voor me was (‘Ik kan die kop niet meer zien!’). Ik dacht aan bekende auteursportretten – weet je dat veel mannenschrijvers wel boos kijken op foto’s? Google Tommy Wieringa bijvoorbeeld even. Ja, hij lacht wel eens, maar veel portretten zijn neutraal of boos. Maar toen googlede ik Esther Gerritsen, minstens zo’n geweldige schrijver, en zij kijkt ook neutraal of boos. Gelukkig, het is geen man-vrouwding. Maar dan hè, wat straal je uit met zo’n foto?
Wat denken mensen als ze zo’n foto zien? Je wilt dat ene beeld dat alles zegt, maar dat ene beeld zegt nooit alles. Ik denk heel veel meer dan je op dat ene beeld ziet, echt waar. Waarom willen we dan zo graag alles in beeld? Wat brengt het ons? Leiden al die beelden er niet toe dat we de werkelijkheid willen versimpelen tot beelden en types – iemand die er zo uitziet is zus, iemand die er zus uitziet is zo. Ha, ik hoef de tekst niet eens te lezen, haar kop staat me niet aan. Waarschijnlijk zijn weinigen dat met me eens (dat we echt zo simpel denken), maar kijk eens naar de scheldkanonnades die vrouwen op tv vaak op de sociale media te verwerken krijgen.
In NRC las ik een ikje over de verkiezing van docent van het jaar; een man had iets vergelijkbaars op zijn school georganiseerd. Uit het ingezonden berichtje (van zijn vrouw, nota bene) bleek dat een vrouw had gewonnen die leuke dingen in de les deed, maar ook ‘jong en lekker’ was. Zelfs als je je werk echt goed doet, menen mensen dat je uiterlijk een rol speelt.
Bij Humberto Tan zat deze week een Vlaamse studente die als experiment een maand lang een hoofddoek wilde dragen. Ze hield het tien dagen vol (veel vrienden haakten namelijk af), maar gaf aan dat het ook wel eens fijn was om niet zo op haar uiterlijk (jong en blond) beoordeeld te worden, om niet zo bekeken te worden. Wat een paradox: mensen met een religieus uiterlijk worden natuurlijk voortdurend beoordeeld op uiterlijk, maar zij worden niet echt bekeken? Of komt hier ook dat idee van de versimpelde werkelijkheid terug: in beeld zijn wij eendimensionaal: hoofddoek – moslima, blond en jong – lekker wijf.
Never judge a book by its cover, zeggen we dan, maar we doen het allemaal. Dus hier zijn de foto’s.