Ik herhaal: ik weiger het lerarenregister

Vandaag werd het wetsvoorstel voor het lerarenregister ingediend in de Tweede Kamer. Daarom een aanvulling op en herhaling van mijn eerdere bericht. Deel en volg!

De staatssecretaris licht de wet als volgt toe: ‘Leraren werken in een omgeving waarin ontwikkeling en groei centraal staan. Maar voor hun eigen ontwikkeling is niet altijd ruimte. Daarom vind ik het belangrijk om het lerarenregister wettelijk te verankeren.  Het register is een stok achter de deur. Leraren krijgen zo meer ruimte voor eigen vorming en worden weer eigenaar van hun beroep – en de leerling krijgt de best opgeleide leraar voor de klas.’

Bij ruimte denk ik aan tijd, gelegenheid en autonomie. Krijgen wij die dan ook? Nee. We krijgen een verplichting om bij te houden hoe wij ons ontwikkelen.

En dan staat er ook nog: ‘Leraren leggen via het register verantwoording  af aan hun collega’s over het onderhoud van hun bekwaamheid. Een register draagt bij aan de kwaliteit van het beroep doordat het leraren stimuleert hun vaardigheden op niveau te houden en te verbeteren.’

Zo’n register op zichzelf stimuleert natuurlijk helemaal niets en niemand. Het verplicht alleen. Mijn collega’s werken in de school en daar leg ik verantwoording af.

Op termijn kunnen onbevoegde docenten niet meer voor de klas staan. Die termijn loopt al jaren. Zolang er een lerarentekort is, zijn er onbevoegde docenten voor de klas, met of zonder register. Doe dan iets aan het lerarentekort.

Tot slot mag iedereen even heel hard lachen om het volgende: ‘Leraren die (nog) niet bevoegd zijn, komen in het registervoorportaal te staan.’ Wie kopt ‘m in? Het voorportaal van de hel. Bij het volgende bericht zal blijken dat het register uit negen ringen bestaat.

Eerder bericht: ik weiger het lerarenregister

In 2017 wordt het lerarenregister* verplicht, maar ik weiger deze boodschappenlijst voor de minister in te vullen. Ik hoop dat andere leraren mijn slechte voorbeeld zullen volgen, want we hebben goede redenen voor deze burgerlijke ongehoorzaamheid:

  1. Op geen enkele, ik herhaal, geen enkele manier, is bewezen dat zo’n register zal bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs.
  2. Tot nu toe heeft tien procent van de leraren zich vrijwillig aangemeld bij het register (NOS.nl). En ik vermoed dat de helft van die tien procent zich alleen maar heeft ingeschreven omdat die aanmelding recht geeft op de lerarenbeurs – waarmee het register een soort Bonuskaart voor leraren in opleiding is geworden. Er zijn vast ook leraren die zich uit nieuwsgierigheid hebben ingeschreven, maar in de praktijk zijn weinig leraren te vinden die er enthousiast over zijn. In twee jaar tijd wil dus slechts een heel erg klein deel van de docenten een plek in het register, in de marketingwereld is dat een BIG FAIL. Als niemand het ding nuttig vindt, waar beginnen we dan aan? (Lees meer over de lerarenbeurs en het register op Karinblogt.nl.)
  3. Het lerarenregister wordt nu al gebruikt als lokaas voor geldhengelaars: onderwijsadviesbureaus, opleidingsinstituten en andere clubjes die ineens meer klanten binnenhalen wanneer hun congres, cursus, workshop of denktankmeeting in het lerarenregister mag worden opgenomen. Dat heeft niets te maken met professionaliteit of kwaliteit, dat is een geldkwestie. We verliezen daardoor de kijk op de werkelijke behoefte tot professionalisering en ontwikkeling in het onderwijs. (Lees meer opKarinblogt.nl).
  4. Niet alle vormen van professionalisering krijgen een plek in het register, maar zo wordt dus wel gesuggereerd dat de overheid weet hoe je je ontwikkelt tot dé bekwame docent, dat er maar één, twee of drie wegen naar Rome leiden – dat we allemaal naar Rome moeten – en dat er ook mindere vormen van ontwikkeling zijn, die we in het register niet eens willen noemen. Dus je schrijft op je persoonlijke blog een stukje over onderwijs? Reuze interessant, maar niet voor het register. Ga je maandelijks naar het theater met je sectie Nederlands? Ja, dat willen we allemaal wel op ons cv zetten! Lees je elke dag de krant? HAHAHA. (Lees hier meer over in dit prachtige voorbeeld van Martin Bootsma. Of lees op het onderwijsblog van Alderik Visser waarom ook hij zich verzet tegen ‘evidence based’ onderwijs.)
  5. Bovendien, hebben we op de lerarenopleiding niet geleerd wat het betekent om docent te zijn? Dat betekent dat je je continu ontwikkelt. Het lijkt erop dat de overheid geen vertrouwen heeft in de overdracht van die boodschap door de lerarenopleidingen.
  6. Het lijkt er ook op dat de overheid geen vertrouwen heeft in de docenten zelf. Met het register wordt de autonomie van de docent wéér kleiner. Een bekend en heikel punt, want docenten vragen juist om méér autonomie.
  7. Het lijkt er ook op dat de overheid geen vertrouwen heeft in schoolleiders. Want is het hun taak niet om gesprekken te voeren over de professionalisering en ontwikkeling van docenten? Is het hun taak niet om te bekijken of een sollicitant de juiste diploma’s heeft voor de functie, of een medewerker nog wat nascholing kan gebruiken?
  8. Als we toch die kant op fietsen, dan zou ik liever al m’n geld inzetten op hetschoolleidersregister. Ik kan niet wachten tot het inzicht eindelijk overal indaalt dat een goede of slechte schoolleider nog altijd veel meer invloed kan hebben dan een goede of slechte docent. Schoolleiders kunnen nog wel een stok achter de deur gebruiken als het gaat om opleidingen en om zorgvuldig en integer handelen. Een leraar toont bij zijn aanstelling zijn diploma’s; er zijn schoolleiders die de ene na de andere school verpesten, maar met een afkoopsom en geheimhouding wegkomen.
  9. Maar dat kan ik niet bewijzen, want dat is geheim, dus laten we naar een praktisch punt overstappen: wie leest dat register? Wat gebeurt ermee? Wie gaat bijhouden wat leraren daar invullen? Ik weet zeker dat mijn teamleider noch mijn schoolleider daar tijd voor hebben. Het lijkt me niet echt wenselijk dat ouders zich hier druk om gaan maken, ze maken zich al zo druk om het onderwijs. Wie dan wel?
  10. Stel, we gaan dat register wel bijhouden. Het idee is dat je je registratie niet verkrijgt of verliest als je je (na)scholing onvoldoende bewijst. Je bent bijvoorbeeld formeel wel bevoegd, want je hebt je diploma gehaald, maar je vergeet je workshops digitaal in te vullen. En dan, word je dan ontslagen? Echt? Worden scholen verplicht om alleen nog maar geregistreerde docenten in dienst te nemen? Ook de scholen in de grote steden met een lerarentekort? We weten allemaal wel wie er geen diploma hebben op school – en die ontslaan we ook niet, zolang ze hun werk toch briljant doen of zolang er een lerarentekort is. Als het in al deze jaren niet gelukt is om het percentage bevoegde docenten voldoende op te krikken, hoe gaat het in hemelsnaam met een website dan wel lukken? Een schijnoplossing, kusjespolitiek. (Lees hier wat ik eerder benoemde als kusjespolitiek.)

En let op, ik heb hier niet de bekende paarden van stal gehaald: de verzuurde leraar heeft immers geen zin, geen tijd, vindt alles geldverspilling, houdt niet van bureaucratische rompslomp, houdt niet van eenheidsworst, laat zich niet chanteren door het idee dat je zonder registratie ook niet mee mag denken óver die registratie en meent dat ministers en staatssecretarissen alleen maar dingen doorduwen omdat ze in vier jaar iets gepresteerd moeten hebben. Dat is ook allemaal echt waar, maar minder relevant.

Alles is al gezegd met argument 1. Dus wees een professional en registreer je niet.

 

*Het Lerarenregister regelt kwaliteit en professionele ontwikkeling, meldt de website Registerleraar.nl. Simpel gezegd: op deze website leg je als leraar vast hoe jij je ontwikkelt, dus welke (na)scholing je hebt gevolgd.


5 reacties op ‘Ik herhaal: ik weiger het lerarenregister

  1. Het lerarenregister, weer zo’n pleister op een patiënt die dood dreigt te bloeden. Alsof het een achterhaalde medische richtlijn gaat waar het slachtoffer helemaal niet mee gediend is. Het enig positieve is dat het een goedbedoelde poging tot levensverlenging is.
    Zo moeilijk is het toch niet? Een school neemt gekwalificeerde docenten aan en die krijgen een aanstelling na een proefperiode. Verder laat de docent zien zich continu te ontwikkelen. De school faciliteert het onderwijs en beoordeelt middels een klein comité het functioneren van de docenten. Als je een les bezoekt dan kun je al heel goed zien of een docent ‘werkt’.
    Neem elkaar hierin serieus en het onderwijs als geheel wordt een beterende patiënt.

    Like

  2. Bijscholing is al tientallen jaren heel normaal voor heel veel veroepen zoals o.a. advocaten acapuncturisten artsen verpleegkundigen etc etc.
    Gelukkig nu ook voor leraren en directie.
    Je kunt ook zelf zoeken naar interessante opleidingen en vragen of ze “registerproof” zijn. Bureau Wolters is zo’n voorbeeld en hartstikke interessant.
    Ik ben een voorstander van “een leven lang leren “. Ben reeds 62 en ben er trots op dat ik de KLOS de PABO de master IB , NLP en de master Leidinggevende gevolgd heb. En ik ben nog steeds niet uitgeleerd. Ik vind het heerlijk . Ik zie ook collega’s die stil blijven staan en zich daardoor afhankelijk opstellen naar hun “master” collega’s. Dat is toch jammer. Soms is een stok achter de deur nodig en voor degenen die dat niet nodig hebben is dat register geen obstakel.

    Like

  3. Ik vind je een held Michelle! Leraren registers, eindeloze evaluaties, eindeloos verzamelen van data, waarvoor? Het zijn allemaal uitwassen van het neo-liberalisme waar we , helaas!, inzitten met z’ allen. Paul Verhagen beschrijft dat zeer goed in zijn boek ”
    Identiteit” . Een goede leraar is met ONDERWIJS bezig, en blijft aldoor leren en zich ontwikkelen en heeft geen tijd om zinloze portfolio’s in te vullen. Een kennis van mij, leidinggevende op grote V- Mbo school , vertelde mij dat de leraren die keurig hun portfolio invulden NIET altijd de beste leraren zijn. Interessante opmerking?!

    Like

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.