Venus in het gras

Ik wacht al heel lang tot ik iets meer over deze novelle mag schrijven, want ik had de eer vroeg kennis te maken met het werk Venus in het gras door Christian Jongeneel.

Zeg ‘Venus’, en je denkt aan de armloze Venus van Milo in het Louvre, of die andere, met de zwierige haren, in de Uffizi te Florence: de Venus van Botticelli – tenzij je meer van de natuurwetenschappen bent.

(Ah, hebben jullie ook zo’n last van Museumweh, het verlangen om weer eens door Louvre/Musée d’Orsay/Uffizi/de Vaticaanse musea/de Alte Nationalgalerie/Villa Borghese of potverdorie Boijmans te slenteren en schoonheid in te ademen? Ik wel. Maar lees dan maar dit boek.)

Venus in het gras is een prikkelend, licht en toch evenwichtig, filmisch verhaal dat je even uit de rauwe (corona)werkelijkheid haalt en in het leven tilt van Simone, een jonge vrouw, met, ach ja, issues – anders sta je niet naakt in het gras (dit is geen spoiler, zo begint het verhaal). En wat op een fris grasveld begint, wordt al snel een roadtrip naar Frankrijk, met Hella, toevallige voorbijganger en lerares kunstgeschiedenis.

Ik ga niet te veel verklappen over het verhaal, dat is bij een novelle al snel zonde. Maar, dit werk wil ik graag z’n plek geven in de Nederlandse letteren, in dit specifieke genre: de Autoroute-roman. (Autoroute-roman allitereert lekker, al is novelle wellicht correcter gezien de andere klassiekers in het genre.)

Hella – niet de kunstlerares, maar de schrijfster 🙂 – Haasse is de meester van de Autoroute-roman. Haar novelles Cider voor arme mensen en vooral De wegen der verbeelding hebben precies diezelfde lichtheid, het filmische en het prikkelende. In grote lijnen zou ik de Autoroute-roman als volgt beschrijven: een roadtrip, waar mensen in een onverwachte combinatie per auto richting Frankrijk rijden, met uiteraard de nodige ‘bagage’ die zich vooral concentreert op moeilijke familie- dan wel huwelijksrelaties, en met een hoger doel: de liefde vinden, de Schone Kunsten, de Literatuur. De verhalen hebben een vleugje gothic novel, er hangt altijd een zekere dreiging in de lucht die samenhangt met de vreemde personen die je op reis soms tegenkomt (vaak: bij autopech / op tankstations, oftewel bij de onderbreking van de reis naar dat hogere doel).

In Cider voor arme mensen (1973) vluchten twee minnaars voor het gewone leven, voor hun (aanstaande) huwelijk met een ander, in elkaars armen, maar gaat dat wel werken? Ze krijgen autopech en belanden bij een boerenfamilie die nepcider maakt, ‘cider voor arme mensen’. In het verhaal hangt de dreiging in de lucht, letterlijk: in het onweer, in de plaatselijke politiek, in het geroezemoes van de arme mensen, in hun relatie.

De wegen der verbeelding (1983) is een fascinerende novelle van Haasse, die je eigenlijk een paar keer moet lezen. Een jong stel gaat met de kinderen naar Frankrijk; de man hoopt in een villa (geregeld via zijn baas) goed te kunnen schrijven. Hij werkt op een tijdschriftredactie waar steeds populairdere verhalen geschreven moeten worden (korte, spannende verhalen), maar hij droomt van een publicatie over een onbekende dichter naar wie hij in het geheim onderzoek doet. Ze krijgen autopech onderweg en zijn vrouw, die een beetje op hem is uitgekeken, gaat alvast met een vrachtwagenchauffeur verder mee naar het zuiden. De chauffeur vertelt onderweg de bizarste verhalen. Bij aankomst blijkt de villa een volwaardig spookhuis te zijn met plekken waar je niet mag komen, mysterieuze bewoners, wat zijn de relaties tussen hen, en waar is de eigenares van de villa?

Maar hoe zouden we over de Franse Autoroute-literatuur kunnen praten zonder Het gouden ei te noemen? Deze leeslijstklassieker van Tim Krabbé (uit 1984) gaat weliswaar niet alleen over de roadtrip, waarbij Saskia ontvoerd wordt, maar ook over alles wat (jaren) daarna gebeurt. Wel even de klassieke beginzin noemen: ‘Gelijkmatig als ruimteschepen bewogen de cabines vol toeristen zich over de lange brede weg naar het zuiden.’ Zeker is hier ook de sfeer van de gothic novel aanwezig, het griezelelement, de ongenode gast – moordenaar Raymond Lemorne. En zoeken Saskia en Raymond niet naar dat hogere doel, die abstracte notie van liefde, samen in een gouden ei in de ruimte voor eeuwig opgesloten zijn – als je maar niet alleen opgesloten bent?

Ik maak even een sprong in de tijd – ik ben zelf geen goede representant van de achterbankgeneratie die in de jaren negentig elk jaar naar Frankrijk ging met pa, ma, de caravan, één irritant zusje en Marco Borsato op repeat, maar er moeten uit die tijd en uit de jaren nul toch meer Autoroute-romans zijn. Ik houd me aanbevolen!

Maar dit boek noem ik nog wel: terwijl ik een vroege versie van Venus in het gras las, was ik net in Strovuur begonnen. Het is een totaal ander boek, maar zeker, duidelijk weer een Autoroute-roman. In Strovuur (2020) van Gerwin van der Werf gaat hoofdpersoon Fay er met haar neef vandoor in zijn gele Mitsubishi Sapporto. Fay is eigenlijk nog schoolgaand, ze is jong, hard (voor zichzelf) en op zoek. Haar relatie met haar neef is op z’n minst bijzonder te noemen, ze komen al heel snel in de problemen met de vreemden die ze onderweg tegenkomen en Fay is op zoek naar dat hogere doel, want haar hogere liefde gaat uit naar oude muziek – dus ze jat een historisch muziekboek. Overigens komen ze niet zo heel ver in Frankrijk, maar een goede roadtrip gaat niet altijd goed.

Terug naar onze Venus in het gras. Kunstlerares Hella neemt de jonge Simone, naakt, mee in haar auto naar de Dordogne. Ze leren elkaar kennen en dat is nodig, want wie is Simone? En wat ziet Hella in haar, dat zij haar zomaar meeneemt? Ze praten met elkaar over kunst, Botticelli, en over de natuur, want het liefst gaat Simone naar buiten, de tuin in; van het vakantiehuis in Frankrijk maakt ze het liefst weer een boerderij. Gaandeweg ontdekt de lezer meer over Simone en haar familiegeschiedenis. In deze novelle is er wel een zekere factor van dreiging, spanning, iets gothic novel-achtigs, maar dan veel subtieler dan bij Haasse of (zeker) Krabbé. En natuurlijk is er dat hogere doel, de Venus van Botticelli, gaan ze haar zien?

Lees het maar. Bestel het boek bij je lokale boekhandel. En stuur me je tips met meer mooie Autoroute-romans. Ik ga er geen proefschrift van maken, maar ik lees ze met plezier.

P.S. Ook van Christian Jongeneel: Magda is overal.


Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.